Daan

vrijdag 28 februari 2014

Check, check, dubbel check

Familie Jansen gaat op pad. Alle kinderen zitten in de auto. Spullen zijn ingepakt. Ik heb mijn tas gepakt en ik heb pas drie keer gecheckt of ik de entreekaartjes er in heb gestopt. En zelfs na de derde keer checken, zitten de entreekaartjes nog steeds in mijn tas. Ik haal diep adem. Denk nog een keer goed na of ik niks vergeten ben en trek dan de voordeur achter me dicht.

We zijn al een tijdje aan het rijden, als Bart vraagt of ik de entreekaartjes bij me heb. Ja, die zitten in mijn tas (zie bovenstaande). Weetje het zeker, vraagt Bart weer. Man, hou op, nou begin ik te twijfelen. Gatvernondepietjes. Ik pak mijn tas en check voor de vierde keer of de entreekaartjes wel in mijn tas zitten. Verrassend genoeg zitten ze ook de vierde keer nog steeds in mijn tas. 

Erg he? Die twijfel en steeds weer het 'voor de zekerheid even checken' gebeuren. Ik heb bewust, dus niet gedachteloos, de kaartjes in mijn tas gestopt. En ook al weet ik dat zeker, toch maakt het me onrustig als ik het niet controleer. Ondanks dat ik zeker weet dat ik ze er in heb gestopt, moet ik het toch even voor de zekerheid nog kijken. Bart heeft hier geen last van en herkent zich hier helemaal niet in. Hij heeft aan een keer checken genoeg, aldus Bart.

Ik heb het met heel veel dingen. Ik kan mezelf helemaal gek maken en aan het twijfelen brengen. Het neigt bijna na schizofrenie. Zegt het ene stemmetje in mijn hoofd 'ja, dat heb je net toch gecontroleerd', zegt het andere stemmetje in mijn hoofd 'weet je het zeker?'. En voor ik het dan weet, hebben ze ruzie en komt er ook nog een derde stemmetje bij die de boel probeert te sussen door te zeggen 'zal ik dan even kijken?' Pfffft.

Zo werkte ik jaren geleden eens een late dienst op een woongroep voor verstandelijk gehandicapten. Het was 23 uur 's avonds en mijn dienst zat er op. Ik had al tig keer alle deuren en ramen gecontroleerd. Ik had gerammeld aan de deuren, maar alles zat echt op slot. Ik meldde me telefonisch af bij de nachtdienst en liep de voordeur uit. Ik sprak mezelf streng toe, Claudia, je doet nu de deur op slot. Ben jezelf daarvan bewust. Probeer het nog een keer en ga dan naar huis. Zo gezegd, zo gedaan. Nog voor ik thuis was, had ik al aan zoveel andere dingen gedacht. Dingen die ik niet moest vergeten, dingen die ik de volgende dag wilde gaan doen, dingen die ik nog moest regelen, dingen die ik wilde vertellen, dingen die ik wilde vragen. Kortom heel veel gedachten speelden er door mijn hoofd.

En toen gebeurde het. Heb ik de voordeur wel op slot gedraaid? Ja, zei stemmetje één. Maar wat nou als het niet goed is gebeurd, riep stemmetje twee enigszins in paniek. Oh, zei stemmetje drie, we rijden wel even terug. En zo kon het dus gebeuren dat ik ons huis voorbij reed, weer terug richting mijn werk, om even te checken of de voordeur wel op slot was. Toen ik het tegen mijn collega vertelde, zei ze lachend dat ze dat ook altijd had. Pfiiiew, was ik in ieder geval niet de enigste. Maar dat ik de volgende keer beter de nachtdienst had kunnen bellen, dat had me dan een ritje op en neer bespaard. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten