Daan

dinsdag 22 oktober 2013

......

Ieder jaar gebeurd het me weer. Eigenlijk gaat het het hele jaar goed. Hier en daar zijn er natuurlijk wel wat momenten waarop ik extra moet slikken of waarbij ik weer eens met mijn neus op de feiten wordt gedrukt. Maar over het algemeen gaat het allemaal goed en kan ik er goed mee omgaan. En toch is het ieder jaar, zo rond zijn verjaardag, hetzelfde liedje.

Daan wordt alweer bijna acht jaar. Ieder jaar dat hij een jaar ouder wordt, is er even de tijd om stil te staan bij het afgelopen jaar en vaak zijn er dat jaar mooie momenten geweest. Hij heeft weer wat geleerd, hij is weer een stukje gegroeid. Zijn ontwikkeling heeft een sprongetje gemaakt. Ons vrolijke mannetje met zijn nukken en kuren, maar zijn aanstekelijke lach doet veel vergeten. 

Toch ben ik rond die periode ook altijd een beetje verdrietig. Het lukt me minder goed om overal het positieve van in te zien. Om die glimlach naar andere mensen steeds maar weer zo echt mogelijk te laten lijken. Natuurlijk gaat het goed met Daan. Daar ben ik ook heel blij mee en ik ben ook supertrots op hem. En natuurlijk kan het ook altijd erger. Dat weet ik ook wel. Maar zo rond zijn verjaardag gaan mijn gedachten automatisch terug naar de tijd van voor zijn geboorte. We wisten niet beter dan dat we straks twee gezonde jongens zouden hebben. Gek eigenlijk, dat je wel weet dat dat niet vanzelfsprekend is, maar dat je er eigenlijk ook vanuit gaat, dat het jou toch niet zal overkomen. We maakten dromen en verheugden ons op ons stoere gezin. Wat een geluk dat we toen nog niet wisten, wat we nu wel weten. Wat we nu geleerd hebben en welke ervaringen we op hebben gedaan. 

Toch zou ik niet anders willen. Ons gezin heeft ons gevormd tot wie we zijn. Het heeft onze relatie met elkaar sterker en hechter gemaakt, want samen zijn we sterk en kunnen we alles aan. Het heeft onze kijk op het leven veranderd. Soms ben ik weleens een beetje jaloers op Daan zijn manier van denken en omgaan met het leven. Het heeft ervoor gezorgd dat we weten wie onze echte vrienden zijn, op wie we kunnen rekenen, wie Daan accepteert zoals hij is en wie met ons meeleeft. We hebben nieuwe vrienden leren kennen. Ouders met, net zoals wij, een bijzonder en mooi kind. Mensen waarbij we herkenning vinden, troost en steun, maar ook veel plezier en hulp. Mensen die meedenken en aan een half woord genoeg hebben.

We leren onze kinderen dat iedereen er mag zijn zoals hij is. Niks is ons vreemd of raar. Het woord 'gek' komt niet in ons woordenboek voor. Onze kinderen zijn behulpzaam, zorgzaam en beschikken over een groot inlevingsvermogen. Allemaal dingen die we kado krijgen door ons bijzondere gezin. Ik zou het niet meer willen missen, alles bij elkaar maakt het ons speciaal en bijzonder. Ook al zijn er dagen en nachten dat het slopend is, dat vermoeidheid ons opbreekt, tijd voor onszelf of voor elkaar schaars is, ik zou het zo weer doen. Als ik de tijd terug kon draaien, zou ik weer dezelfde keuzes maken. Ik zou weer voor de volle honderd procent voor ons gezin gaan. 

En toch is er ieder jaar, zo rond zijn verjaardag, even die dip. Het lijkt wel een soort van rouw. Eigenlijk is het ook afscheid nemen van iets. Verdriet om een verlies van onbezorgdheid. Afscheid nemen van een leven zonder zorgen. Zorgen die nooit voorbij zullen gaan. Minder zullen worden als onze kinderen groter en zelfstandiger worden. Deze zorgen blijven altijd en ik heb me laten vertellen dat het er alleen maar meer worden naarmate Daan groter wordt. Het is een verdriet om het verlies van onze droom. We wilden graag een groot gezin waarin plek was voor pleegkinderen. We wilden mooie reizen maken en eigenlijk wilden we graag in het buitenland gaan wonen. Het is een verlies om te weten dat we deze dromen niet kunnen realiseren, maar we hebben inmiddels wel geleerd om nieuwe dromen te creëren. 

Zo zijn wij. Of zo zijn we geworden. We gaan niet bij de pakken neer zitten. We kijken wat er wel mogelijk is. We bedenken een nieuwe droom en gaan gewoon door. We bijten ons vast en geven niet snel op. Lukt het niet op de ene manier, dan misschien wel op een andere manier. We komen er wel, alleen kost het iets meer moeite en energie om het voor elkaar te krijgen. Nog even en dan hebben we zijn verjaardag weer gehad. Dan zijn mijn  treurige gedachten voorbij en ligt er weer een heel jaar voor ons, waarin van alles kan gebeuren. We zullen kansen krijgen, er zullen mogelijkheden zijn, maar we zullen ook tegenslagen te verwerken krijgen. En soms spat er een droom uiteen. Zolang we samen zijn, genieten van alle bijzondere dingen die we meemaken. Genieten van onze kinderen, van Daan zijn kijk op het leven. Zolang er momenten zijn waarop we uithuilen en opnieuw beginnen, momenten met buikpijn van het lachen. Zolang er liefde is voor alles wat we doen en we weten waarom we het doen, dan komen we er wel. Of zoals Daan het laatst tegen ons zei 'kom op, je kunt het'.

vrijdag 18 oktober 2013

Druk

Het is weer maandag en we hebben weer een druk weekend achter de rug. Eigenlijk zijn onze weekenden altijd wel druk en goed gevuld. Om maar niet te zeggen, volgepland. De weekenden dat we op beide dagen helemaal niks in onze agenda hebben staan, zijn op een hand te tellen. Heel soms komt het weleens voor dat we een vrije zondag hebben en maar gewoon kijken wat er op ons pad komt.

Een vriendin vroeg me weleens of ons dat niet opbrak, ieder weekend op pad met de kinderen. Altijd maar onderweg ergens naar toe, op visite. Dat sjezen van hot naar her. Enige rust en regelmaat is voor de kinderen toch ook wel fijn en al is het dan niet fijn voor de kinderen, dan is het voor onszelf natuurlijk ook weleens lekker. 

Ik snapte wat ze bedoelde en zou zelf ook wel vaker van die helemaal-niks-moeten-alles-mag-lekker-relaxed-zondagen willen hebben. Geen stress, geen plannen en maar gewoon kijken wat er die dag op ons pad komt. Heerlijk luieren, beetje bankhangen, spelen, boekje lezen en 's avonds merken dat je nog steeds in je pyama loopt. Alleen dat soort dagen werken niet binnen ons gezin. 

Onze kinderen houden alle vier erg van duidelijkheid. Zij willen graag van te voren weten waar ze aan toe zijn, wat ze te wachten staat. Ze krijgen graag een programma aangeboden en niet altijd hebben ze er zin in, maar gewoon een dag zonder dat er iets op het programma staat, daar weten ze zich geen raad mee.

Voor Daan is zo'n dag helemaal niet te overzien. Hij komt niet zelf tot spel, weet niet hoe hij zichzelf kan vermaken. Als wij hem geen activiteiten aanbieden, dan komt hij de hele dag om eten vragen. Koek, boterham,snoepje, drinken. Het maakt hem niet uit wat, maar hij kan dan de hele dag eten. Dat is zijn enige houvast, de eetmomenten. Iedere dag heeft namelijk een vast aantal eetmomenten. Het ontbijt, lunch, diner en daar tussen in zitten twee tot drie tussendoortjes. Net zoals iedereen eigenlijk heeft, zeg maar. De eetmomenten van Daan smeren we uit over de dag. Dus eerst ontbijten, dan een activiteit. Als die activiteit er dan niet is, vraagt Daan om het volgende eetmoment. Zo kan het dus gebeuren dat je om 11 uur alle eetmomenten van de dag al achter je hebt liggen.

Lastig dus. Bovendien weet Daan niet wat hij zelf kan doen qua spel. Hij heeft sowieso maar een beperkte interesse in speelgoed. Treinbaantjes, televisie kijken, buiten spelen en sindskort het winkeltje zijn wel zo'n beetje de dingen die hij leuk vindt om te doen. Daan houdt niet van kleien, knutselen, tekenen. Fantasiespellen lukken niet, iets aan tafel duurt, als je er niet bij gaat zitten, hooguit vijf minuten en eigenlijk wil Daan helemaal niet alleen spelen, maar vraagt hij steeds de aandacht van ons. Hij wil meedoen met de andere kinderen, maar snapt niet hoe hij met lego moet bouwen. Of dat de pop nu even gaat slapen, zodat ze straks met haar poppenmoeders op visite kan bij oma. Daan heeft zijn jas al aan, want we gaan naar oma.....en wij ondertussen maar uitleggen dat het maar 'net alsof' is. 

Heel soms hebben we zelf wel heel erg veel behoefte aan zo'n luie zondag en plannen we bewust niks die dag. We zien wel hoe het loopt en denken dat Daan vast al wel wat groter is gegroeid en zich net wat meer heeft ontwikkeld, maar vaak eindigt zo'n zondag in een hoop gemopper, irritatie en zijn we vermoeider dan als we de dag wel helemaal vol hadden gepland. 

Strandrace

Vanuit een van zijn werkrelaties had manlief een uitnodiging gehad om te gaan racen op het strand. Ik had in een opwelling gevraagd of ik niet mee mocht. Niet zo zeer om te racen, maar meer om op het strand even heerlijk uit te waaien. Ik vind het strand altijd een heerlijke plek, niet alleen met goed weer, maar juist ook als het hard waait. Even mijn hoofd leeg laten waaien. Gelukkig mocht ik wel mee. 

Daar gingen we dan. Een relatie van manlief zou deze keer rijden. Enigszins verlaat vertrokken we. Na enkele conflicten met het navigatiesysteem, want die kloppen nooit en laten je altijd omrijden, kwamen iets of wat te laat aan op de plaats van bestemming. Onderweg miezerde het een beetje, maar dat mocht mijn uitwaaipret niet drukken, maar eenmaal aangekomen in Wijk aan Zee, was er geen sprake meer van miezeren. Het kwam met bakken uit de lucht.

De mannen in de auto gniffelden en verheugden zich alleen nog maar meer op het autoracen op het strand. Het zou vast een modderige bedoeling zijn, maar natuurlijk ideaal om eens even lekker te slippen enz. Ik had dan maar bedacht dat ik in de strandtent zou wachten, warme chocomelk erbij en gelukkig had ik een boek in mijn tas gestopt. Ik stelde me voor en er werd me vriendelijk gevraagd of ik ook geen rijden. Ik schrok ervan. Ik en racen? Dan kende ze mij echt niet. Maar ik hoefde niet te racen en ik mocht ook gewoon rijden. Het was een ervaring die je niet zomaar nog een keertje op kon doen. Ach wat, zei een stemmetje in mij, als die mannen het kunnen, waarom ik dan niet? Beetje overmoedig, maar goed, wie weet ontdekte ik zo wel een verborgen talent.

We gingen naar buiten en mochten in twee groepjes met een instructeur mee. Manlief wist niet hoe snel hij ervoor moest zorgen om niet bij mij in het groepje te komen. Bedankt schat, voor het vertrouwen in mijn rijkunsten. Maar gelukkig ging de buurman, die ook mee was, wel mee. Hij had weinig andere keus en hij wist natuurlijk ook nog niks van mij rijkwaliteiten. Ik gunde hem de eer om als eerste de rit te mogen rijden en ging achterin zitten. Een spannende kriebel kroop in mijn buik omhoog. Visioenen van een auto op zijn kop half in het zand, half in de golven ook.

Eerst reed Paul, degene die ons had uitgenodigd. Hij vertelde allerlei wetenswaardigheden over de auto waar we in zaten. Maar ik kan er eerlijk gezegd niks meer over vertellen. Het ging allemaal langs mee heen. Ik kon alleen maar denken hoe ik me het beste kon vasthouden, gordel vast en hoe ik straks toch zou gaan rijden. Ik zag in de verte de auto's namelijk al scheuren. Buurman had inmiddels plaatsgenomen achter het stuur. Bart en zijn werkrelatiekennis waren al lang en breed vertrokken. Ineens hoorde ik een vreemd geluid. Iedere keer als de buurman gas gaf of iets stuurde of deed, hoorde ik het geluid. Achteraf wist ik dat ik beter niks had kunnen zeggen, maar op dat moment leek het me van levensbelang. Stel je voor dat er echt iets niet goed zat en ik door niks te zeggen verantwoordelijk was geweest voor een onnodige slip waar we in terecht waren gekomen. Dus meldde ik braaf het vreemde geluid dat ik achterin steeds hoorde. Het was de ruitenwisser van de achterruit....

Daar gingen we. Eerst vaart maken, dan plotseling remmen. We stonden inderdaad ook meteen stil, mijn gordel zat zo straks gesnoerd dat ik nauwelijks adem kon halen, maar het hoorde erbij en de auto had inderdaad, ondanks het weer, een hele stabiele ligging of zoiets. Daarna mochten we slalommen. Dat mocht best op behoorlijk tempo en dat liet de buurman zich geen twee keer zeggen. We schoven van links naar rechts om maar zo min mogelijk pionnetjes te raken. Pfft gelukt, ik heb niet gekeken hoeveel er om lagen.

Vervolgens gingen we door twee diepe kuilen. Dit was gedaan om iets van een 4-wheel aandrijving te kunnen laten voelen. Weet ik veel, ik zag alleen de auto voor ons met twee wielen los komen van het zand. Horror!! Dadelijk kiept ie om....maar ook dat deed ie niet. Dat hoorde juist zo en kwam door weer die wielen, volgens mij. We reden nog bergje op en bergje af. Deden een hellingproef zonder de handrem te gebruiken en daarna mochten we op hoog tempo terug naar het begin. Buurman stapte met een bigsmile uit om mij achter het stuur te laten plaats nemen. 

Nu kon ik natuurlijk niet meer terug. Dus dapper stapte ik achter het stuur. Ik miste meteen een pedaal bij mijn voeten en ook de versnellingspook zag er anders uit. Bleek dat het een automaat was. Nu heb ik nog nooit in een automaat gereden en ook nog nooit op het strand, dus het leek me geen goed idee om deze twee dingen juist nu uit te gaan proberen. Helaas voor mij waren alle aanwezige auto's een automaat. Maar dat maakte niks uit, aldus positieve Paul, dat zou vast goed komen. Toch fijn dat er nog een iemand vertrouwen had in mijn rijkunsten. Voor ons stond een auto, dus of ik even achteruit wilde rijden. Nu sloeg de stress echt toe, want ik moest in een vreemde auto, met twee mannen in mijn auto, in de regen op het strand achteruit rijden. En het erge was, dat er ook nog een of andere bak stond, die ik dus moest proberen te ontwijken. 

Hortend en stotend, schokkend en wiebelig reden we centimeter voor centimeter achteruit. Buurman wist niet hoe snel hij uit de auto moest stappen, toen hij een aanbod kreeg om in een andere auto een testritje te gaan maken. Maar Paul bleef trouw zitten. Alle vertrouwen in mij dat het wel goed zou komen. Of misschien dat hij hoopte in te kunnen grijpen als het echt uit de hand zou lopen en ik de macht over het stuur verloor of zo. Het was tenslotte een nieuwe (lees dure) auto, wat ook niet bijdroeg aan een ontspannen rij sfeer voor mij persoonlijk. Het is me uiteindelijk gelukt. We waren net voorbij de bak, toen de auto voor ons wegreed. Dus reed ik achter de auto voor ons aan.

De rem stond echter wel heel erg gevoelig afgestemd, kwam ik al snel achter. Ik hoefde mijn voet maar net boven het pedaal te houden of we stonden al meteen stil. We dreven niet uit, zoals je normaal doet als je rustig en geleidelijk remt, nee we stonden acuut stil, waardoor we steeds vooruit schokten en nog net niet met onze hoofden tegen het stuur of dashboard aan botsten. Sorry Paul. Geeft niks, zei hij iedere keer lachend. Daar gingen we weer. Oeps we gingen weer te hard, vond ik, dus voorzichtig trapte ik de rem in. Sorry Paul, het was weer iets te hard. Optrekken en weer rijden maar. Nu moest ik flink gas gaan geven, want ik moest bij de vlag vol op de rem trappen. Daar had ik inmiddels de nodige ervaring mee opgedaan, dus dat moest goed komen. De vlag hebben we echter niet gehaald. We stonden al eerder stil. Maar goed, we stonden wel weer in een keer stil. 

De opdracht was geslaagd. De route kon vervolgd worden. Slalommen, als je het maar rustig aan doet, dan lukt het wel. En toen die kuilen, met twee wielen los. Uiterste concentratie. Hopen dat we niet om zouden vallen. Kom ik uit die kuilen gereden, staat er een auto te wachten. Raampje open, twee breeduit lachende mannen met een filmende telefoon in hun handen. Manlief met zijn werkrelatiekennis. Hahaha, dat kon er ook nog wel bij. Twee fans. Dus ik zwaaide en reed door met een gezicht alsof ik helemaal relaxed en kalm aan het rijden was. 

Ik legde de route verder af. Ondertussen nog steeds onverwachte tussenstops makend, door die stomme rem. Sorry Paul, ik denk dat ik het wel tig keer heb gezegd, iedere keer als hij weer in zijn gordel vooruit schoot door mijn onverwachte stilstand. Ik heb geen brokken gemaakt, ik ben niet op zijn kop terecht gekomen. Ik heb alleen Paul een hersenschudding bezorgd, maar buiten dat was het inderdaad een ervaring die ik niet snel meer op zou doen. Nou ja, twee ervaringen dan. Automaat rijden en strandracen....

Bij terugkomst stond manlief lachend op me te wachten. Zo'n lachje waarvan je weet dat hij je eigenlijk uit wil lachen, dat ook doet, maar zegt dat hij dat niet doet. Hij vroeg hoe het ging en wat ik er van vond. Ja, zei ik, ik vond het eigenlijk best wel leuk, zo voor een keer. Alleen die rem. Die stond wel erg gevoelig afgesteld. Toen manlief vroeg met welke voet ik geremd had, kon ik hem alleen maar verbaasd aan kijken. Hoezo? Met mijn linkervoet. Twee pedalen, twee voeten toch? Rechts om gas te geven, links voor de rem. Ja, zei manlief, maar normaal gebruik je links om te schakelen en dat pedaal moet je helemaal intrappen. Normaal geef je gas met je rechtervoet EN rem je met je rechtervoet. Mijn mond zakte open van verbazing. Waar had ik dan met mijn linkervoet moeten doen? Die had je gewoon opzij moeten zetten. Tja, zo had ik het nog niet bekeken. Sorry Paul voor die vele onnodige rempartijen. Maar die rem stond echt wel gevoelig afgestemd hoor!


Tijd voor elkaar

Het was de avond ervoor tijdens het avondeten. Manlief kwam uit het niets ineens met de opmerking 'ik heb een probleem'. Ik keek hem verbaasd aan. Hij en een probleem? En daar wist ik niks van? Had ik iets gemist? Waarom zei hij dat niet eerder? waren enkele vragen die door mijn hoofd flitsten. Het enige antwoord wat ik echter op dat moment gaf, was een vragend hoezo? Ondertussen een van de kinderen aansporend om door te eten.

Nou kijk, ik heb een uitnodiging gekregen om morgenmiddag ergens mee naar toe te gaan. En eigenlijk wil ik dat wel erg graag, maar eigenlijk ook weer niet, zuchtte hij. Ik vroeg of hij niet had bedankt voor de uitnodiging. Het was die week namelijk al de derde keer dat hij op leuke-dingen-pad moest onder de noemer 'netwerken'. Ja, daar had hij wel aan gedacht en dat wist hij ook wel, maar het was zo leuk wat ze gingen doen.

Pas toen vroeg ik wat hij dan eigenlijk zou gaan doen. Hij had een uitnodiging gehad om te gaan racen op het strand. Het was 's middags, een uurtje rijden en hij zou 's avonds om een uur of zes, half zeven gewoon thuis zijn. Best op tijd, aldus manlief. Jaja, zei ik. 's Middags oké, dat kon ik nog geloven. Maar sinds wanneer wonen wij een uurtje rijden van het strand? Is het strand dichterbij gekomen, heeft er weer een overstroming of dijkdoorbraak plaatsgevonden, waarvan wij nog niks wisten. En nu was ineens de hele provincie zeeland onder water gezet en daardoor woonden wij nu ineens een uurtje rijden van het strand. Nee, manlief zijn tijdsbesef loopt niet gelijk met dat van mij. We wonen toch echt bijna twee uur rijden van het strand. Maar ja, dat is als je gewoon de toegestane snelheid rijdt. 

Aangezien manlief en ik al regelmatig tot de conclusie zijn gekomen, dat zijn idee van op tijd thuis, toch echt een ander idee is, als mijn idee, wist ik dat met dat uurtje rijden, hij de volgende avond nooit om zes uur thuis zou zijn. En ook niet om half zeven. Maar goed, racen op het strand is natuurlijk ook niet iets wat je dagelijks kan doen. Of waar je regelmatig voor wordt uitgenodigd, dus ik begreep wel dat hij hier heel veel zin in had. In een opwelling besloot ik te vragen of ik niet mee kon. 

Manlief veerde op. Stom, dat hij daar niet aan had gedacht. Zijn vrouw sloeg zomaar twee vliegen in een klap. Even quality-time voor elkaar, lekker uitwaaien, ontspannen en zonder kids ergens wat eten en als klap op de vuurpijl ook nog even racen op het strand. Hij zou oppas regelen, dus ons avontuur kon beginnen. Hij was alleen vergeten te vertellen dat er ook nog twee andere mannen (zonder hun vrouwen) mee gingen. Dit onder de noemer werkrelaties. En voor het gemak zouden we met zijn vieren in een auto samen er naar toe rijden, dat was tenslotte wel net zo gezellig. Blijkbaar zit mijn voorstelling van tijd voor elkaar ook anders in elkaar dan dat van manlief....tja, het was tenslotte een uitnodiging vanuit zijn werkkring. Ik mocht blij zijn dat ik mee mocht.

woensdag 9 oktober 2013

Wal en schip

'Nee, ik is baas hier. Ben jij gek.' Daan stampt boos door de kamer, omdat ik hem zijn jas uit wilde doen. Het is plotseling toch nog warm weer geworden. ' Nee jij, zeg ik tegen hem, kijk eens naar jezelf. Ben jij gek.' Ik moet er eigenlijk wel om lachen, want als er een echt gek is hier in huize Jansen, dan is het de boos stampende persoon in kwestie. Ook al is gek een achterhaald woord voor verstandelijke beperking. Liever noem ik ons kind gewoon bijzonder. Niks geks aan, maar soms is het weleens leuk om er een grapje over te maken. 'Applaus voor de wous' doet het ook altijd goed en onze wous klapt dan net zo hard mee. 

Ik hoop dat hij zo blijft. Dat hij kan lachen om zichzelf en dat hij niet door heeft dat hij de vreemde eend in de bijt is. Dat mensen hem uitlachen, pesten, buitensluiten of hem als zotje behandelen. Ik hoop dat hij nooit dat niveau zal halen. Dat hij doorheeft dat hij er niet bij hoort, dat hij niet mee kan in onze maatschappij en daar het verdriet en pijn van voelt. Dat hij zo graag mee wil doen, maar niet mee kan komen, omdat hij het niet allemaal op de juiste manier snapt en begrijpt. Dat hij zichzelf als 'normaal' beschouwd, dat hij niet gehandicapt is en bij die 'rare op het terrein' hoort. Tussen wal en schip. Te goed voor de mensen op 'het terrein' en te 'laag' voor de maatschappij. 

Het klinkt erg raar allemaal, zeker als je niet bekend bent met de gehandicaptenzorg. Ik heb de wal-schipmensen regelmatig gezien, er over gehoord, maar nooit mee gewerkt, maar alleen al de gedachte aan hun, maakt me verdrietig. Zij zijn zo'n makkelijke prooi voor negatieve personen en invloeden uit onze maatschappij. Zij zijn gevoeliger, want ze willen zo graag als normale personen worden gezien. Hier wordt misbruik van gemaakt en ik zou het vreselijk vinden als Daan dit zou overkomen. Natuurlijk zou ik het ook vreselijk vinden als het onze andere kinderen overkomt, maar Daan is toch net wat kwetsbaarder dan de andere drie binnen ons gezin.

 Ik denk dat ik er op dat moment aan onder door zou gaan, maar ja dat kan ik dus niet zeggen. Dat dacht ik zoveel jaar geleden ook toen we net hoorden dat het niet goed was met Daan en er onduidelijk was wat er dan niet goed was aan hem. Ook toen ben ik rechtop blijven staan. Samen met manlief hebben we ons er doorheen geslagen en nog vinden we elkaar bij een tegenslag of tegenvaller. Samen zijn we sterk en dragen we de zorg voor onze bijzondere zoon. Samen genieten we van alle mooie momenten die hij ons laat meemaken en samen dragen we het verdriet die sommige momenten met zich meebrengen.

We willen alles eruit halen wat er ook maar in Daan zit qua ontwikkeling, qua leerzaamheid en sociaal vermogen. Maar tot op een zekere hoogte. Mocht blijken dat Daan te snel ontwikkelt, nemen we gas terug en kijken we hoe het hem verder gaat. Gelukkig hoeven we ons daar nu nog niet al teveel zorgen over te maken, aangezien Daan op dit moment funcioneert op het niveau van een 2 1/2 jarig kind. De school heeft een voorzichtige prognose uitgesproken. Waar ze verwachten en hopen dat Daan is aan het einde van de basisschoolperiode. Daan zou dan op kleuterniveau zijn. Natuurlijk is dit een verwachting, gebaseerd op hoe Daan het nu doet op school. Maar enorme reuze sprongen vooruit, zal Daan niet gaan maken. Dat is natuurlijk aan de ene kant een verdrietige bevestiging van het feit dat Daan tocht echt 'anders' is dan zijn leeftijdsgenootjes, maar het is ook een rustgevende gedachte. 

Een rustgevende gedachte in die zin dat Daan straks woonzaam zal zijn op een woongroep met medebewoners welke in een soortgelijk schuitje zitten. Ze zullen zich zorgen maken of er nog wel geld is om die avond naar de soos te gaan. Wat er die avond wordt gegeten. Wie er de volgende dag komt werken. Ze zien geen grote zorgen zoals hypotheek, werk, woongelegenheid. Ze zijn blij met het zakje salaris van 5 euro per week, want ze hebben tenslotte hard gewerkt die week. Ze hoeven niet na te denken waar ze naar toe gaan op vakantie of wat ze zullen gaan doen, want de vakanties en weekenden worden min of meer ingevuld. Kortom,in mijn ogen, een zorgeloos leven, want hij zal natuurlijk vast zo zijn eigen zorgen krijgen. Maar hij woont later vast op een woonplek waar hij geniet van alle mooie en goede dingen die het leven hem te bieden heeft. En de boze buitenwereld blijft voor hem een onbekend iets. Gewoon omdat hij altijd de kleuterkijk op het leven blijft houden. 

Bijzonder gelukkig

Vier kinderen, vier eigen persoontjes. Ieder heeft zijn eigen karaktertje. De een met wat meer pit dan de ander. Zo is Gijs onze oudste en dus ook meteen de wijste. Hij is een sociaal kind, is voorzichtig en kijkt de kat uit de boom. Hij houdt niet van de bravoure die sommige kinderen weleens hebben en houdt zich wat meer op de achtergrond. Het is geen haantje de voorste, maar dat hoeft ook niet. Gijs is bezorgd en zorgzaam. Hij wil graag alles goed doen, zodat papa en mama geen zorgen over hem hebben. In zijn ogen hebben we het namelijk al druk genoeg met Daan, Juul en Pleun.

Daan is onze vrolijkerd. Lief en sociaal wanneer het in zijn straatje past. Het is moeilijk om bij Daan echte karaktereigenschappen te benoemen, aangezien Daan heel veel heeft geleerd door het kopiëren van gedrag. En nog leert hij van anderen. Maar dat hij vrolijk en goedlachs is, is wel duidelijk. Nou ja, meestal dan. Hij kan ook koppig en dwars zijn. Een echte peuter, waar we vaak om moeten lachen, maar waar we soms ook erg moe van kunnen worden.

Juul is ons oudste meisje. Een kind met een pittig karakter, maar ze is ook erg zacht en gevoelig. Juul denkt diep na over bepaalde zaken, maar is nog te klein om hier echt met ons over te praten. Het verwoorden van haar emoties is iets wat ze nog moet leren, maar dat er veel in haar hoofdje omgaat, kunnen we soms aan haar gezichtje aflezen. Juul is sociaal en lief, alleen komt het er niet altijd op het goede moment en de juiste manier uit. Soms is ze wat onhandig, verlegen of onzeker of de timing is gewoon erg ongelukkig. In alle drukte van ons gezin ontgaat ons dan de boodschap die ze ons wil vertellen en dan komen de tranen en de boze bui.

En Pleun...tja, onze jongste, maar oh zo slim en wijs. Ze is bijdehand en vindingrijk. Ze kan erg lief en bezorgd zijn en niks, maar dan ook niks ontgaat haar. Ze weet alles al, kan alles zelf, maar wil toch ook nog graag het veilige gevoel van papa en mama om haar heen ervaren. Lekker met een duimpje in haar mond tegen je aan kruipen. Ze is de kleinste van het stel, maar ook de koppigste. Als Pleun boos is, is ze boos en dat kan ze lang volhouden. Bokkig slaat ze dan haar armpjes over elkaar en haar wenkbrauwen zakken diep naar beneden. 

Vier kinderen, vier individuen. Broertjes en zusjes van elkaar. Zoveel hetzelfde, maar ook zo verschillend. Ze zijn mijn trots, ze geven me een warm gevoel van binnen, ze zorgen voor een lach om mijn mond. Ik ben er trots op om hun moeder te zijn en zou ze niet anders willen. Ik houd onvoorwaardelijk van ze. Zoals ze nu zijn en zoals ze later zullen worden. Ik houd van ze om wie ze zijn, met of zonder hun beperkingen of bijzonderheden. Zij zijn degene die zorgen dat ik me bijzonder voel. Samen met mijn liefste man vormen wij het bijzondere gezin waar ik zoveel van houdt. Ik wil helemaal niet gewoon of normaal zijn, bijzonder dat is wat bij me past. Dat is wat me heeft gevormd tot wie ik nu ben. Bijzonder gelukkig.