Daan

donderdag 30 mei 2013

Cheese

'Mama, mag ik in ons bed tievie kijken?' vraagt Daan. Met ons bed, bedoelt hij het grote bed van papa en mama. Daan vindt het heerlijk om hier even lekker te luieren. Even voor het slapen gaan lekker in het grote bed liggen en tievie kijken. Al gauw ligt het grote ons bed vol met vier kinderen. Ik kruip er ook bij. Samen met de kindjes de dag afsluiten. We hebben geluk, want 'cheese' begint net. Cheese is een grappig programma op Nickelodeon. Met een vreselijk irritant, flauwe presentator. Maar de grappen die ze uithalen, zorgen vaak wel voor een lach op mijn gezicht. 

De eerste grap begint. 'Waarom doet die meneer dat?' vraagt Juul. Dat is de grap, probeer ik haar uit te leggen. Juul snapt hem niet. 'Moet je nu lachen?' vraagt ze bij het volgende filmpje. Ik antwoord dat ik het grappig vind en daarom moet lachen. De volgende grap kondigt zich aan. Een mevrouw laat haar hondje uit in het park. Ze heeft net twee ijsjes gekocht en ook nog een slush puppie. Dan ontsnapt haar hondje en die wil ze natuurlijk gaan zoeken. De eerste beste voorbijganger klampt ze aan en geeft haar ijsjes en slush puppie aan de betreffende persoon. Jullie snappen de clou waarschijnlijk wel. De mevrouw blijft erg lang weg, zolang dat de ijsjes beginnen te smelten en het de vraag is wat de mensen doen met de smeltende ijsjes. Alles wordt natuurlijk gefilmd door een verborgen camera.

De grap begint. 'Is dat een echt hondje?' vraagt Gijs deze keer. Ik zucht en doe net of ik zijn vraag niet hoor. 'Is dat een echt hondje, mama?' vraagt ie nu nog een keer. 'Ja Gijs, dat is een echt hondje.' Oh en het is weer stil. 'Waarom geeft ze die ijsjes nu aan die mensen?' vraagt hij dan. 'Omdat ze haar hondje moet gaan zoeken?' "Waarom heeft ze die dan los gelaten?' Ik zucht nog eens diep. 'Omdat dat bij de grap hoort.' Oh. 'Krijgen die mensen die ijsjes dan van die mevrouw?' 'Hoe bedoel je Gijs?' 'Nou, mogen ze die ijsjes hebben?' 'Nee, ze moeten die ijsjes vasthouden en het duurt zolang. Dus de ijsjes beginnen te smelten en dan willen ze weten wat de mensen er mee gaan doen?' Hij is weer stil. 'Moeten ze die ijsjes dan kopen?' Lichte irritatie borrelt stiekem een beetje omhoog.

Gijs is een kind dat graag goed voorbereidt is. Die graag van te voren wil weten hoe alles zal gaan. Waarom alles zo zal gaan en vooral hoe iets in elkaar steekt. Maar hoe irritant kan het zijn om met een kind een grappig bedoeld programma te bekijken. Een kind wat iedere grap, jaja met de nadruk op iedere grap, tot in detail uitgelegd, wil hebben. Om vervolgens te lachen en te melden 'dat was een goeie grap.' 

woensdag 22 mei 2013

Struisvogelpolitiek

Soms zijn er van die dingen. Dingen die je eigenlijk allang weet, maar zolang ze niet uitgesproken of bevestigd worden kun je die dingen eigenlijk gewoon negeren. Struisvogelpolitiek noemt men het ook wel. Ik ben op sommige momenten heel erg goed in struisvogelpolitiek. Gewoon omdat het me overeind houdt. Het houd me sterk, het zorgt ervoor dat ik steeds weer die glimlach op mijn gezicht kan toveren als iemand vraagt hoe het nu eigenlijk allemaal gaat. Het zorgt ervoor dat ik mijn gevoel van trots in mijn buik kan voelen, het zorgt ervoor dat ik blij ben met alle kleine sprongetjes die Daan maakt. Dat ik om hem kan lachen, met hem kan lachen en dat ik even niet hoef te denken aan later. Aan zijn toekomst, aan wat ons allemaal nog te wachten staat. De toekomst is namelijk iets waar ik geen grip op heb, hoe hard ik ook mijn best doe om er wel grip op de krijgen.

Wat gaat hij allemaal nog leren, hoeveel verder zal hij zich nog ontwikkelen, wat gaat hij wel kunnen, waar zal hij hulp bij nodig hebben. Allemaal vragen waarop geen antwoord valt te geven. Ik zal moeten vertrouwen op zijn begeleiders van school. Op Gea onze thuisbegeleidster. Op Hennie en Jos, de mensen van de zorgboerderij. Maar vooral op Daan. Hij is degene die het toch allemaal moet gaan doen. En natuurlijk weet ik dat hij het ook allemaal kan. Hij doet het op zijn eigen manier en zo komt hij er uiteindelijk wel.

Vandaag hadden we een gesprek op school. Het ging over Daan zijn ontwikkelingsperspectief. Eigenlijk een soort
10-minuten gesprek, maar het duurde alleen veel langer. School had diverse testen afgenomen, geobserveerd en had zo dus een lijst ingevuld met daarop vermeld waar Daan op dit moment zat qua ontwikkeling en wat het streven was om hem te hebben in groep acht. Dus over vier jaar. Allemaal erg herkenbaar en Daan doet het super op school. Maar toch kwam het hard binnen toen ze vertelde dat Daan qua sociaal-emotionele ontwikkeling altijd op kleuterniveau zal blijven. Nu zit hij nog in de peuterfase, maar school dacht dat hij qua begeleiding en groei het sprongetje naar kleuter wel zou kunnen maken. Natuurlijk wist ik dit allang. Zijn ontwikkeling verloopt al langzamer dan de eerste doktoren ooit hadden gehoopt en daardoor zal hij nooit met sprongen vooruit gaan. Maar toch, viel het me even zwaar.

Gewoon omdat het nu op papier staat, het werd bevestigd door Daan zijn juffen. Natuurlijk is het een streven en misschien ontwikkelt hij zich net wat verder, maar er zijn zoveel vereiste om op het niveau van een basisschoolkind te functioneren, daaraan kan hij nooit allemaal voldoen. We moeten tenslotte ook realistisch blijven. Maar het deed me even pijn en verdriet. Nog steeds eigenlijk, als ik er aan denk moet ik er weer van huilen. Het is toch weer even een 'neus op de feiten gedrukt' moment. Je wordt er weer even aan herinnerd dat je het zo graag anders had gewild. Dat je ook eens een gezin zou willen zijn zonder zorgen om je gehandicapte kind, dat je kinderen zich allemaal volgens het boekje ontwikkelen. Dat we onze andere kinderen de aandacht kunnen geven die ze verdienen, zonder dat alles binnen ons gezin om Daan draait. Dat onze andere kinderen niet voor de rest van hun leven een extra stukje zorg en verantwoordelijkheid met zich meedragen. Ze hebben al genoeg aan hun eigen bagage. Dat Gijs een broer heeft om 'jongensdingen' mee te doen en dat Juul en Pleun twee broers hebben die ze beschermen als ze 'last' hebben van vervelende vriendjes.

Soms zou het fijn zijn om heel even te voelen en te zijn zoals de meeste gezinnen zich voelen en zijn. Juist omdat ik niet beter weet, lijkt me dat heerlijk. Maar dat is dus de struisvogelpolitiek. Overal is natuurlijk wat. Iedereen heeft zijn eigen zorgen om zijn of haar kinderen. Als we onze zorgen om Daan niet hadden gehad, zouden we ons vast ergens anders zorgen over hebben gemaakt. Dus geniet ik van de momenten waarop hij me versteld doet staan, van zijn (bijna altijd) vrolijke humeur. Zijn grapjes die vaak niet eens bewust maakt, maar gewoon een kwestie van juiste timing zijn. Ik geniet van ons mannetje als hij 's morgens tussen ons in ploft en me gedag zegt met 'mama, dikke kus'. Ik geniet van ons bijzondere kind, dat het op zijn bijzondere manier al zover heeft geschopt. Hij is gelukkig op zijn manier, met ons, met zijn leven. En ik? Ik word gelukkig van hem.

dinsdag 21 mei 2013

Toeter?

Het is tijdens het avondeten. Daan heeft zijn brood al op. Hij wil ook deelnemen aan het gesprek en roept 'nu stil, ik is.' Om zijn verhaal van die dag te kunnen doen. 'Ik is Efteling weest, in python en achtbaantjes. Whieeeew.' Dit is Daan zijn beleving van onze rustige zondag. We hebben niks bijzonders gedaan die dag, maar misschien had Daan eigenlijk andere plannen. Of hij zit nog steeds vol van het bezoekje aan de Efteling zo'n twee maanden geleden. Hij is in ieder geval niet meer te remmen en blijft maar ratelen en gaat daarbij ook steeds meer met een volume voor slechthorenden praten.

Bart corrigeert hem. Vraagt of hij nu stil wil zijn, want nu mag iemand anders vertellen. Daan reageert niet. Hij gilt ondertussen gewoon door. Steeds weer hetzelfde 'ik is Efteling weest'. Als Bart hem streng toespreekt, is het hek van de dam. Daan is boos. Niet een klein beetje, maar heel erg boos. Hij zal dit ook even duidelijk verwoorden. 'soute,soute papa'. Bart blijft rustig en zegt dat hij Daan niet zo lief vindt als hij niet luistert. Maar daar is Daan het niet mee eens. 'Nee jij, soute,soute papa. Ik is jief!!' En hij begint heel hard te gillen. 'Nee,nee,nee'. En tot slot 'ben jij toeter?'

Ben jij toeter? Bart kijkt me vragend aan. Maar ik weet het ook niet. Een toeter? Wat heeft dat er nu weer mee te maken? Wie is hier nou een toeter?
Maar dan ineens weet ik wat hij bedoelt, ik moet er eigenlijk om lachen. 'Ben jij nou betoeterd?' is wat Daan wilde zeggen. Meneer zit inmiddels op de trap. Om daar uit te kuren, even uitrazen. De schoenen vliegen door de gang, hij slaat hard op de muren en ondertussen gilt en huilt hij boos. Het is stiekum aan een kleine driftkikker aan het worden.

Na een paar minuten neemt het gillen en huilen af en komt hij naar binnen. 'Ik is jief' zegt hij, slaakt een diepe zucht. En dat is ie zeker, die Daan van ons. Maar een klein beetje betoeterd, dat is hij toch ook wel.

donderdag 16 mei 2013

Gebaren

Het is tijdens het avondeten als we Daan steeds met zijn hand onder zijn kin zien wrijven. Wat doet hij toch? Heeft hij misschien jeuk? Maar iedere keer als hij met zijn hand onder zijn kin naar voren wrijft, zegt hij 'mag ik?'. We snappen er niks van. Als hij dan ook nog met twee vuisten op elkaar tikt, snappen we het een beetje. Daan gebruikt gebaren. Gebaren die hij, sinds hij op de mytylschool zit, ter ondersteuning van de taal krijgt aangeboden.

Zo weten we dat het gebaar van twee vuisten op elkaar 'werken' betekent. Het gebaar van dat wrijven onder je kin, blijft onduidelijk. De ene keer zegt hij namelijk 'mag ik?' en een keer daarop 'dankjewel'. Ik besluit het eens aan zijn juffrouw te vragen. Het blijkt dat je dat gebaar maakt als je iets wil vragen. 'Mag ik wat vragen?' Het gebaar voor 'dankjewel' lijkt er een beetje op als je het wat slordiger, lees zoals Daan, uitvoert. De juffrouw vertelt mij dat er eens in de zoveel tijd een gebarencursus op school wordt gegeven. Zo kunnen wij de gebaren die ze gebruiken ook leren. We kunnen ze zelfs aan gaan bieden en we begrijpen Daan zo ook beter, mocht hij meer gebaren gaan maken.

Zo gezegd zo gedaan, ik geef mezelf op en krijg een uitnodiging. Eerlijk gezegd heb ik er wel zin in. Het lijkt me interessant om te weten wat voor gebaren je voor welke woorden kunt maken. Natuurlijk is het geen gebarentaal zoals je weleens mensen naast het journaal ziet staan. Druk gebarend en beschikkend over een uitermate lenig gezicht. Zij gebaren in een rap tempo en hebben een supergoede mimiek. Dit is echter een fulltime opleiding van vier jaar en dat is iets teveel van het goede. Bovendien zijn de gebaren op de school ter ondersteuning van de gesproken taal. Een kind kan zo de taal horen en zien en het beter verwerken.

Dinsdagavond is het dan zover. Ik kom in een groep van zo'n 25 personen. Mede-ouders, medewerkers van de mytylschool, medewerkers van Amarant. Het is een gemeleerd gezelschap. De twee docenten beginnen met hun inleiding en maken daarbij de behorende gebaren. Ik zit met open mond te kijken en vraag me af hoe ik dit in godsnaam geleerd krijg. We beginnen eenvoudig. Met de zinnetjes 'wat is jouw naam?' en 'mijn naam is...' Toch al gauw goed voor 7 gebaren. Ik zit gelukkig ls laatste in de kring en kan eerst iedereen voor mij goed bekijken. Misschien dat het daarom ook in een keer goed gaat...

Er wordt een boekje bij gepakt en al gauw lezen we klassikaal het boekje met daarbij de benodigde gebaren. Zo leer ik o.a. het gebaar van bouwhoek, taxi, school, man, vrouw, jongen, meisje, bouwen, knutselen, oefenen, papa, mama, wat, wie, hoe en waar. Vol entousiasme kom ik thuis om daar als een zotje mijn geleerde gebaren te laten zien aan manlief. 'Kijk en dit is 'meester'.
Maar hij heeft het nog te druk met zijn studie en kan niet echt geconcentreerd kijken.

De volgende ochtend komt Daan uit zijn bed gezwalkt. Hij ploft in ons bed om daar langzaam verder wakker te worden. De vorige avond hadden de docenten nadrukkelijk verteld dat we vooral veel moesten oefenen. Des te eerder zouden de gebaren ons eigen worden. Dat het er soms een beetje lachwekkend uitziet, moesten maar voor lief nemen. Dat was een kwestie van wennen.

Dus ik besloot het geleerde maar eens in praktijk te brengen. Ik sprak Daan aan bij zijn naam. Maakte het gebaar van goedemorgen en vroeg of hij goed had geslapen. Niks geks, een simpele vraag waar hij makkelijk ja of nee op kon antwoorden. Daan keek me echter vreemd aan. Dus ik herhaalde de vraag met de benodigde gebaren nog een keer. Hij keek me met pretoogjes aan en zei 'mama, is beetje gekkie' en hij lachte me gewoon uit. Alsof ik zojuist een supergoede grap had gemaakt.

woensdag 15 mei 2013

Nu even niet

Mijn hoofd zit vol. Ik MOET een blog schrijven, even mijn hoofd leegmaken. Als ik het uitstel, ben ik het straks weer vergeten en ik heb nu echt super blogs in mijn hoofd. Het zou makkelijker zijn als de blogs opploppen als ik geen kinderen heb. Valt zoiets niet te plannen? Helaas ploppen mijn blogs altijd op als het eigenlijk niet uitkomt. Zoals deze ochtend. Als ik eenmaal schrijf, dan schrijf ik en dan wil ik eigenlijk niet gestoord worden door een kind met een onnozele vraag. Mama, waarom mag ik geen chips? Omdat je net een koekje hebt gegeten? Mama, waar zijn mijn schoenen? Ik denk daar waar je ze gisteren neer hebt gezet. Mama, ik moet poepen. Ga dan naar de wc. Nee, jij moet mee!

Zolang ik door het huis loop, me bezig houd met de huishoudelijke klussen, mezelf af en toe binnen hun gezichtsveld laat zien, ze voorzie van een natje en een droogje en vooral de televisie aanzet op bejaardenvolume. Op die momenten is er niks aan de hand. Er komen geen zeurvragen, mag ik nog een snoepje? Er komen geen verveelvragen, wat kan ik nog gaan doen? Uhm, neuspeuteren of met je kleine teen spelen? Er is geen ruzie, nou ja meestal niet dan. Het hangt allevier op apegapen voor de televisie. Ze happen af en toe afwezig van hun 'koek van Daan'. Voor de niet-kenners onder ons, een snack-a-jack met cheese smaak.

Op het moment dat ik denk even om het hoekje achter de pc te kunnen kruipen, zijn ze nog stil en hangen ze nog steeds in diezelfde positie op de bank. Maar ik zit nog geen vijf minuten. Ik denk zelfs nog geen drie minuten of de eerste meldt zich. Ik moet plassen. De tweede besluit om zich eens goed uit te rekken op de bank en zo de derde er vanaf te duwen. En de vierde stoort zich aan al het lawaai dat nummer 1, 2 en 3 produceren en zet het geluid van de televisie nog harder dan hard. Heel even was ik vergeten wat mijn functie hier binnen ons gezin eigenlijk is. Namelijk politieagent. Of was het hotelmedewerker. Of toch maar huissloof? Ik voel me op zulke momenten toch eigenlijk wel het meeste Sjors van de cup-of-soup reclame. 'NU EVEN NIET'.  

Deze ochtend is het anders. Ik heb alleen 'klein duimpje' thuis. De jongste, die volgend jaar op kamers gaat zoals ze zelf zegt. Als ik haar nou eens de huishoudelijke taken laat doen, dan kan ik mooi al die blogs schrijven waardoor mijn hoofd op springen staat. Maar om mezelf wat extra werk te besparen vraag ik maar gewoon wat ze wil doen i.p.v. haar te laten stofzuigen en dweilen, wat ze ook erg leuk vindt om te doen. Ze wil graag puzzelen. Kast open, puzzeltje op tafel en ik plof achter de pc. Ik heb mijn blogsite nog niet geopend of de puzzel is klaar en ze besluit dat ze nu graag wil tekenen. Oké, papiertje klaarleggen, stiften erbij en rust! Binnen een minuut komt ze een tekening brengen. Voor mij! Een velletje met daarop wel geteld vier strepen. Aan twee kanten, dat dan weer wel. Op mijn vraag of ze er niet nog meer op moet tekenen, zegt ze dat de tekening zo klaar is. Ze heeft tenslotte twee kanten getekend.

Dan vraagt ze of ze mag verven. Ik zeg dat ik daar nu even niet zo'n zin in heb, maar ze zet haar allerliefste stemmetje op en vraagt of ze dan met de verfstiften mag. Vooruit dan maar, daar kan niet zoveel mee mis gaan. Ondertussen typ ik alsof mijn leven er vanaf hangt. Wetende dat er na vijf minuten weer een nieuw papiertje gepakt moet worden, maar het blijft stil.
Ik werp een blik op tafel en zie haar voorbeeldig vervend zitten. Ik draai me weer om en typ verder. 'Oh, mij mouw is vies' zegt ze. Ik zucht, maar zet mijn vriendelijkste stem op. Zonder om te kijken en al typend zeg ik,  'dat is een beetje dom, je moet je mouwen ook omhoog doen'. 'Oke' zegt ze. Nog geen vijf minuten later zegt ze 'zo ik ben klaar'.

Ik kijk naar de tafel, de stoel, haar handen, haar kleren en haar gezicht. Ik denk dat ik ook klaar ben met deze blog.

maandag 13 mei 2013

Telefoon

Bart en Gijs zijn net vertrokken naar een rugbytoernooi. Juul en Pleun spelen op hun kamer en Daan ligt op de bank de Efteling te kijken. Ik besluit om even snel te douchen. De kinderen zijn rustig en ik denk dat het wel lukt. Ik heb net mijn haren ingezeept als ik Daan hoor roepen. Hij trekt de badkamerdeur open en roept vanaf de overloop 'hier mama, papa aan de telefoon' en blijft vervolgens op de gang staan roepen.

Vanuit de douche kan ik niet zien of hij echt de telefoon vast heeft. Het zou namelijk ook zomaar kunnen dat hij een speelgoedtelefoon heeft gevonden. Net alsof bellen wordt hier door zijn zussen namelijk regelmatig gespeeld en aangezien Daan in de imitatiefase zit, lijkt het me dat meest logische. Daan blijft echter staan roepen, maar op mijn vraag om in de badkamer te komen staan, roept hij 'nee, hoef nie'. De douche staat tenslotte aan en Daan vindt de douche eng en niet leuk. Na lang aandringen, besluit hij op het randje van de badkamer en de gang te komen staan.

Tot mijn grote verbazing stond hij daar met de echte telefoon.  'Hier mama, is papa aan telefoon'. 'Hoe laat jij thuiskom?' vraagt hij door de telefoon. Meestal is dat wel hetgeen hij zegt, als hij Bart aan de telefoon heeft. Maar ik kan het nog steeds niet geloven. Onze zoon, die nog niet eens zijn eigen broek kan uit trekken, die niet snapt dat je een jas aan moet als het regent, die zijn eigen brood niet kan smeren, die een frikandel een kroket noemt en die van duplo geen treinbaan kan leggen, die zoon heeft zomaar de telefoon opgenomen.

Ik sta inmiddels koukleumend en druipend, compleet met ingezeepte haren, buiten de douche. Daan heeft besloten om toch op de grens van badkamer en overloop te blijven staan en geeft de telefoon, na herhaaldelijk vragen, aan mij. 'Hallo?' 'Ja met Bart' klinkt het aan de andere kant van de lijn. Op mijn gezicht verschijnt een grote glimlach. Onze zoon heeft zojuist zelfstandig en zonder hulp, zonder dat er iemand keek of hij het goed deed, de telefoon opgenomen. Ik voel niet meer hoe koud ik het heb, ik voel alleen maar trots!

Profijt

Ik hoor een luid gegil, gevolgd door een hard krijsend gehuil. Juul komt huilend aan gelopen, ik zie Daan lachend door de woonkamer rennen. Op 'klakkies' rent hij rond, 'hocuspas' en hij zwaait met een speelgoedmicrofoon in het rond. Juul vertelt ondertussen snikkend, dat Daan op haar hoofd heeft geslagen. Waarschijnlijk was het de bedoeling om haar in een kikker te veranderen ofzo, maar helaas pakte zijn toverspreuk iets pijnlijker uit voor Juul. 'Dat is niet lief van Daan', zegt ze, wat ik alleen maar kan beamen.

Ik heb haar nog niet getroost of nummer twee spant haar stembanden aan. Weer klinkt er een luid gekrijs, gevolgd door 'nee Daan, mag niet.' PATS, doet Daan, maar Pleun is niet vies van een mep en deelt er eentje terug uit. Het hek is van de dam, Daan petst weer terug. Pleun haakt af. Luid mopperend, huilend komt ze vertellen dat Daan iets heeft afgepakt. Ik zie het al, hij ligt helemaal dubbel van het lachen.

Ondertussen komt Gijs boos naar beneden. Daan heeft op zijn kamer gespeeld, heel zijn achtbaan is kapot. Hij is boos op Daan, de deur had hij toch dicht gedaan en dan mag je niet op zijn kamer komen. Jammer genoeg snapt Daan deze regel niet, een deur kan hij tenslotte zelf open doen....

Drie kinderen die even helemaal klaar zijn met hun broertje. Die hem zo zouden willen inruilen. Zonder er over na te hoeven denken. De dames gaan buiten spelen. Ik zie ze het speelhuisje in klimmen en boven aan de glijbaan blijven ze staan. 'Daan. Daan' wordt er door het tweetal geroepen. 'Kom je in ons huisje spelen?' Niks zo veranderlijk als het weer, denk ik nog.

Daan laat zich dit geen twee keer zeggen, want hij wil niets liever dan meedoen met de 'grote' kindjes. Hij klimt in het huisje en zolang hij maar doet wat de dames hem bevelen, gaat het spel goed. Geen geruzie, gekrijs, gemep. Als hij maar naar hun luistert. Ik zit bijna in het gevoel van 'aah, wat zijn ze lief aan het spelen samen' als ik hoor dat hij van de glijbaan moet. Ineens valt het kwartje bij mij....nog voor ik met mijn handdoek naar buiten kan rennen, is meneer al beneden. Broek kletsnat, glijbaan weer droog en twee tevreden zussen. Als hij weer in het huisje wil klimmen, zeggen de heksen 'nee Daan, het is een huisje alleen voor meisjes.'

Hij druipt af en gaat springen op de trampoline. Al gauw hoor ik Gijs roepen. "Daan wil je dit even voor me weggooien?' Daan rent naar binnen, plek op de trampoline wordt ingenomen door Gijs. Als hij terugkomt, zegt meneer 'Daan ik wil heel even alleen op de trampoline'.  Daar staat ie dan, in zijn natte broek en geen plek meer op de trampoline. Ik besluit hem te helpen. Geef hem een koek en hang het schommelschuitje op. Daan is helemaal blij, maar al gauw staan er twee zussen te popelen om mee te doen.

Soms vind ik het moeilijk om te zien, ze maken dankbaar gebruik van Daan, profiteren van zijn goedheid om hem vervolgens weer buiten te sluiten. Soms merkt Daan het, meestal ook niet. Het zorgt bij mij voor een tweestrijd, maar ik ga er vanuit dat dit bij de meeste gezinnen zo zal gaan. Ze zijn in ieder geval wel alledrie vindingrijk en kunnen tot een oplossing van hun probleem komen. Hopelijk leren ze naarmate ze ouder worden dat er ook andere oplossingen bestaan, maar zo af en toe is het ook weleens fijn dat ze niet alleen een broer hebben die ze af en toe behoorlijk kan klieren of pijn doet, maar dat ze er soms ook profijt van hebben.

Jan Taminiau

Alweer een paar weken terug was het dan zover. We kregen een nieuwe koning en koningin. Ook wij zaten voor de televisie om te kijken naar het bijzondere moment. Ik voelde me zelfs trots en was wat emotioneel, vanwege het bijzondere moment. Iedereen riep over de prachtige blauwe jurk van Maxima en de ontwerper, Jan Taminau, kreeg volop lof en complimenten. Ook haar avondjurk was een ontwerp van zijn hand. Hij had gewoon twee jurken gemaakt voor de nieuwe koningin. Hoe trots kun je dan zijn?

Het duurde even voor alles begon te rollen. Maar na wat speurwerk op google viel het kwartje dan toch. Toen ook nog een oud-klasgenootje me aansprak en er hetzelfde over dacht, wist ik het zeker. Deze Jan Taminiau was DE Jan die ooit bij ons in de klas zat. Hij zat achter me met de engelse les en ik kan me nog zo goed herinneren hoe zijn stem toen klonk. Gelukkig dat hij nu toch wat duidelijker en minder door zijn neus praatte.

Eigenlijk ben ik best wel trots dat hij het zover heeft weten te schoppen. Zo ontzettend knap en wat zul je je dan supergoed voelen. Tegelijkertijd roept het ook veel vragen op en zorgt het voor de nodige stof tot nadenken. Wat heb ik eigenlijk bereikt in die afgelopen jaren? Ben ik geworden wie ik wilde worden? Heb ik mijn droomleven gekregen? Wat zou ik eigenlijk nog meer willen? Wat is zijn drijfveer en motivatie geweest? Hoe zou het zijn gelopen als? Zou ik het weer hetzelfde doen als ik opnieuw voor die keuzes stond?

Allemaal vragen waar eigenlijk geen duidelijk antwoord op te geven valt. Het leven loopt zoals het loopt. Het komt zoals het komt. Op sommige dingen heb je wel grip, andere dingen gaan nu eenmaal anders dan wat je ervan had verwacht. Natuurlijk zou ik dingen anders doen, misschien zou ik een andere opleiding hebben gekozen. Misschien was ik wel op wereldreis gegaan. Of was ik in het buitenland gaan wonen. Allemaal spannende en avontuurlijke dingen beleven. In ieder geval zou het anders zijn gegaan, denk ik.

Maar eigenlijk is dat natuurlijk geen eerlijk vergelijk. Ik heb nu de nodige levenservaring opgedaan waardoor ik andere keuzes zou maken. Dat denk ik tenminste, want als ik eerlijk ben, dan zou ik weer voor hetzelfde kiezen. Namelijk mijn eigen vertrouwde leven, dat past bij mij zoals ik ben. Zorgzaam, enthousiast, een tikkeltje gestructureerd en vooral met een groot hart voor mensen en dieren. Nee, ik zou niet willen ruilen met Jan, geef mij mijn bijzondere gezin maar. Dat maakt mij al meer dan bijzonder genoeg.