Soms zijn er van die dingen. Dingen die je eigenlijk allang weet,
maar zolang ze niet uitgesproken of bevestigd worden kun je die dingen
eigenlijk gewoon negeren. Struisvogelpolitiek noemt men het ook wel. Ik
ben op sommige momenten heel erg goed in struisvogelpolitiek. Gewoon
omdat het me overeind houdt. Het houd me sterk, het zorgt ervoor dat ik
steeds weer die glimlach op mijn gezicht kan toveren als iemand vraagt
hoe het nu eigenlijk allemaal gaat. Het zorgt ervoor dat ik mijn gevoel
van trots in mijn buik kan voelen, het zorgt ervoor dat ik blij ben met
alle kleine sprongetjes die Daan maakt. Dat ik om hem kan lachen, met
hem kan lachen en dat ik even niet hoef te denken aan later. Aan zijn
toekomst, aan wat ons allemaal nog te wachten staat. De toekomst is
namelijk iets waar ik geen grip op heb, hoe hard ik ook mijn best doe om
er wel grip op de krijgen.
Wat gaat hij allemaal
nog leren, hoeveel verder zal hij zich nog ontwikkelen, wat gaat hij wel
kunnen, waar zal hij hulp bij nodig hebben. Allemaal vragen waarop geen
antwoord valt te geven. Ik zal moeten vertrouwen op zijn begeleiders
van school. Op Gea onze thuisbegeleidster. Op Hennie en Jos, de mensen
van de zorgboerderij. Maar vooral op Daan. Hij is degene die het toch
allemaal moet gaan doen. En natuurlijk weet ik dat hij het ook allemaal
kan. Hij doet het op zijn eigen manier en zo komt hij er uiteindelijk
wel.
Vandaag hadden we een gesprek op school. Het ging over Daan zijn ontwikkelingsperspectief. Eigenlijk een soort
10-minuten
gesprek, maar het duurde alleen veel langer. School had diverse testen
afgenomen, geobserveerd en had zo dus een lijst ingevuld met daarop
vermeld waar Daan op dit moment zat qua ontwikkeling en wat het streven
was om hem te hebben in groep acht. Dus over vier jaar. Allemaal erg
herkenbaar en Daan doet het super op school. Maar toch kwam het hard
binnen toen ze vertelde dat Daan qua sociaal-emotionele ontwikkeling
altijd op kleuterniveau zal blijven. Nu zit hij nog in de peuterfase,
maar school dacht dat hij qua begeleiding en groei het sprongetje naar
kleuter wel zou kunnen maken. Natuurlijk wist ik dit allang. Zijn
ontwikkeling verloopt al langzamer dan de eerste doktoren ooit hadden
gehoopt en daardoor zal hij nooit met sprongen vooruit gaan. Maar toch,
viel het me even zwaar.
Gewoon omdat het nu op
papier staat, het werd bevestigd door Daan zijn juffen. Natuurlijk is
het een streven en misschien ontwikkelt hij zich net wat verder, maar er
zijn zoveel vereiste om op het niveau van een basisschoolkind te
functioneren, daaraan kan hij nooit allemaal voldoen. We moeten
tenslotte ook realistisch blijven. Maar het deed me even pijn en
verdriet. Nog steeds eigenlijk, als ik er aan denk moet ik er weer van
huilen. Het is toch weer even een 'neus op de feiten gedrukt' moment. Je
wordt er weer even aan herinnerd dat je het zo graag anders had gewild.
Dat je ook eens een gezin zou willen zijn zonder zorgen om je
gehandicapte kind, dat je kinderen zich allemaal volgens het boekje
ontwikkelen. Dat we onze andere kinderen de aandacht kunnen geven die ze
verdienen, zonder dat alles binnen ons gezin om Daan draait. Dat onze
andere kinderen niet voor de rest van hun leven een extra stukje zorg en
verantwoordelijkheid met zich meedragen. Ze hebben al genoeg aan hun
eigen bagage. Dat Gijs een broer heeft om 'jongensdingen' mee te doen en
dat Juul en Pleun twee broers hebben die ze beschermen als ze 'last'
hebben van vervelende vriendjes.
Soms zou het fijn
zijn om heel even te voelen en te zijn zoals de meeste gezinnen zich
voelen en zijn. Juist omdat ik niet beter weet, lijkt me dat heerlijk.
Maar dat is dus de struisvogelpolitiek. Overal is natuurlijk wat.
Iedereen heeft zijn eigen zorgen om zijn of haar kinderen. Als we onze
zorgen om Daan niet hadden gehad, zouden we ons vast ergens anders
zorgen over hebben gemaakt. Dus geniet ik van de momenten waarop hij me
versteld doet staan, van zijn (bijna altijd) vrolijke humeur. Zijn
grapjes die vaak niet eens bewust maakt, maar gewoon een kwestie van
juiste timing zijn. Ik geniet van ons mannetje als hij 's morgens tussen
ons in ploft en me gedag zegt met 'mama, dikke kus'. Ik geniet van ons
bijzondere kind, dat het op zijn bijzondere manier al zover heeft
geschopt. Hij is gelukkig op zijn manier, met ons, met zijn leven. En
ik? Ik word gelukkig van hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten