Daan

vrijdag 30 maart 2012

School

We wisten het al wel een tijdje. Om precies te zijn vier jaar geleden. En om nog preciezer te zijn,  we weten het al vanaf 21 mei 2008. Die dag werd onze eerste dochter geboren. En nu bijna vier jaar later, gaat ze straks naar school. Ons kleine, maar ook alweer grote meisje. Er zijn van die dingen die staan zo'n beetje vast in ons leven. Zo ook de allereerste schooldag. Juul begint er ook steeds meer naar toe te leven ook al weet ze volgens mij nog niet precies wat het allemaal inhoudt. Maar dat je er erg groot en slim van wordt, dat ziet ze wel van haar grote broer Gijs. Dus nog even en zij is straks ook zo groot en slim, alleen zal dat niet meteen na de eerste schooldag zijn.

Bij Daan stond deze dag niet vast. Het was zelfs nog maar de vraag of hij ooit wel naar een vorm van onderwijs zou gaan. Na die eerste diagnose, zo rond zijn 1e jaar, hadden wij dit nooit kunnen denken. We hadden er nog niet eens van durven dromen. Maar Daan heeft toch maar even laten zien, hoe goed het eigenlijk met hem gaat. Wat hij allemaal wel kan en snapt. Hoeveel hij heeft geleerd, wat voor sprongen hij heeft gemaakt de afgelopen jaren. En nu is het dan ineens zo ver. Ook voor Daan is de 1e schooldag een feit.

Zonder dat ik er bij stil had gestaan, flitste het ineens door mijn hoofd dat we straks, na de zomervakantie, voortaan drie schoolgaande kinderen hebben. Wie had dat ooit kunnen denken, dat ik dat kon zeggen. Ik heb 3 kinderen op school en nog een deugnietje thuis.We zijn zo blij met dit goede nieuws, het is zo'n enorme vooruitgang voor hem. Er komen weer nieuwe uitdagingen, er zijn nog meer dingen te leren en te ontdekken, nieuwe indrukken kunnen worden opgedaan en bovenalles voelen wij ons erg trots. Dit heeft Daan toch maar mooi weer bereikt. Ook dit nemen ze hem niet meer af.

Ondanks dat ik zo trots ben op ons mannetje, komen er ook heel veel vervelende gedachten in me op. Zo erg dat ik er soms koude rillingen van krijg. Het benauwd me eigenlijk een beetje. Naar school betekent ook afscheid nemen van het vertrouwde dagverblijf. Waar iedereen hem kent, waar alles zo bekend is en vooral ook erg beschermd. Doordat Daan nu naar school mag, hoort hij op dit moment op het dagverblijf natuurlijk bij de grotere kinderen. Maar straks is ons kereltje weer een van de kleinste. Kan hij zich wel duidelijk maken? Is hij weerbaar genoeg? Weet hij hoe om te gaan met oudere en verder ontwikkelde kinderen? Zal hij er wel kunnen wennen en er zich prettig gaan voelen? Maken we wel de juiste keus voor hem? Zullen ze hem niet over het hoofd zien en hem er verloren bij laten lopen op het grote schoolplein? Of zal hij zich daar straks ook beschermd en veilig voelen?

Hoe trots ik ook ben, het doet me ook een beetje verdriet. We zijn weer een stukje dichterbij de zelfstandigheid van Daan. Ik zal hem weer een beetje meer los moeten laten. Er op vertrouwen dat andere mensen ook het beste voor hebben met Daan. Er alles aan zullen doen om uit hem te halen wat in hem zit. Zijn nieuwsgierigheid prikkelen, zijn ontwikkeldingen nemen zoals ze zijn en er op de juiste manier mee omgaan. Natuurlijk weet ik ook wel dat de mensen van zijn toekomstige school hier voor hebben geleerd. Ze hebben er zelfs een speciale opleiding voor gevolgd. Maar waarom is het dan toch zo'n grote stap?

Ons mannetje en ons meisje...allebei gaan ze naar school. En natuurlijk zal ik straks bij beide een traantje wegpinken en zit ik de eerste dag snotterend thuis. Ons meisje redt zich wel, zij is mondig genoeg om voor zichzelf op te komen. Ze heeft in de pauzes haar grote broer, die ze de eerste dagen misschien wel extra zal helpen tijdens moeilijke momenten. Ons mannetje zal het alleen moeten doen. Ook hij komt er wel. Zo op zijn eigen manier. En ik? Ik zal hem steeds een beetje meer los moeten laten, maar zoals ik ooit eens ergens heb gelezen. Ik laat hem niet los, ik houd hem alleen anders vast. En met die gedachte in mijn hoofd, kom ook ik er wel......hoop ik.

vrijdag 9 maart 2012

Herinneringen

Tijdens mijn vlaag van opruimwoede kwam ik vanmorgen foto's tegen. Foto's van toen we elkaar net kenden, foto's van een uitstapje met een vriendengroep die we nu zelden nog zien of spreken, trouwfoto's, foto's van mezelf met een piepkleine Gijs, voor de eerste keer mama. Allemaal foto's van heel lang geleden, tenminste zo lijkt het. 'Wat was ik toen nog een stuk dunner' is het eerste wat er door mijn hoofd schiet. Tja, er kan veel veranderen in tien jaar tijd, sust mijn innerlijke zelf. En of dat er veel kan veranderen in tien jaar tijd. Ik kijk nog eens met een glimlach naar alle foto's en haal dierbare herinneringen in mezelf op. Wat waren we toen nog jong en onbezorgd. Misschien wel een tikkeltje naïef. We dachten dat we de hele wereld al hadden gezien, ervaringen voor het leven hadden op gedaan, maar eigenlijk kwamen we pas net kijken.

We wisten nog niks van alles wat de komende tien jaren zou gaan gebeuren. Hoeveel ons leven zou veranderen, welke keuzes we moesten maken, wat voor zorgen we zouden hebben. Ik vraag het mezelf weleens af, zouden we, als we toen wisten wat we nu weten, anders hebben geleefd? Zouden we bewuster hebben geleefd en andere keuzes hebben gemaakt? Zouden we dezelfde personen zijn geworden als wie we nu zijn of zouden we misschien een heel ander leven hebben geleefd.

Vroeger wilde ik maar wat graag weten wat de toekomst me zou brengen. Vaak waren dat dingen die toen, naar mijn mening, van levensbelang waren. Wat voor werk zou ik gaan doen? Welke reizen zou ik gaan maken? Waar zou ik wonen? Zou ik gaan trouwen en hoe zou mijn bruiloft eruit zien? Hoeveel kinderen zou ik krijgen? En ook niet erg onbelangrijk, zou ik misschien wel heel rijk zijn? Uiteindelijk is het goed dat ik niet heb geweten wat de toekomst ons zou brengen, we hebben levenslessen geleerd, die belangrijk voor ons waren. Die ons hebben gemaakt tot de personen wie we nu zijn. Levenslessen die soms een harde leerschool zijn geweest, maar die ons uiteindelijk ook weer verder hebben gebracht. We hebben ervaringen opgedaan, die we anders wellicht hadden moeten missen.

Nog steeds zou het soms fijn zijn te weten wat de toekomst ons brengt. Met name rondom de zorgen voor Daan. Hoe verloopt zijn ontwikkeling? Wat kunnen we nog verwachten en hoe kunnen we ons daar het beste op voorbereiden? Hoe zullen onze andere kinderen omgaan met Daan? En zijn omgeving? Gaat Daan ooit naar school? Wat zal hij daar leren en hoe gaat hij dit gebruiken? Wat kunnen we nog verwachten van alle regeltjes, veranderingen, zinloze besluiten van de regering? Welke zorg kan onze zoon straks nog krijgen? Is er nog wel zorg voor hem of zullen we straks alles zelf moeten doen? Maar eigenlijk is het ook maar goed om niet te weten wat er ons nog staat te wachten. We zouden onszelf misschien tekort doen en niet de personen worden die we over tien jaar hopen te zijn...

donderdag 8 maart 2012

Schoenen

Eigenlijk wist ik het al wel langer, maar zolang het niet wordt gezegd, is het er niet. Struisvogelpolitiek noemen ze dat, geloof ik. Je steekt gewoon je hoofd in het zand en dan hoor en zie je niks meer. Afgelopen woensdag werd ik echter ,via mijn kontveren, dat was tenslotte het enigste wat er nog boven het zand uit stak, ruw uit het zand getrokken. Zo gaat het wel vaker en ik werd meteen weer even met mijn neus op de feiten gedrukt. Daan is toch echt een gehandicapt kind! En dat weet ik natuurlijk ook wel, maar ik kan mezelf ook goed voor de gek houden. Ik kleed hem leuk aan, geef antwoord als ze hem iets vragen en praat erover alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Maar woensdag werd ik terug gefloten en ben ik 's avonds weer heel even die verdrietige moeder, die zo graag wil dat alles eens normaal gaat. Gewoon, omdat ik dat zo graag zou willen, omdat ik zo moe ben van al het geregel, het gepieker en de onzekerheid.

Nu duurde dat momentje maar heel even. Ik heb bij Bart uitgehuild, ik heb gemopperd en gevloekt en daarna mijn schouders gerecht. Ik ga er weer voor! Er zijn ergere dingen, vele ergere dingen. Er zullen nu vast mensen zijn, die mij hun zorgenkind willen laten zien, laten zien dat het allemaal wel meevalt. Wat ik ook echt wel weet, want ons kind kan tenminste lopen.Ook al zei de arts zoveel jaren geleden dat hij nooit zou kunnen lopen. Hoe hij dan loopt en op wat voor schoenen, is eigenlijk helemaal niet belangrijk. Hij loopt! Hij kan zelf weglopen als iets hem niet zint, is niet afhankelijk van andere om hem te verplaatsen. Maar toch was het even slikken toen de beste man woensdag zei, dat Daan het niet meer zou redden met steunzolen. Dat hij echt naar aangepaste, orthopedische schoenen moet. Nu zien ze het straks meteen aan hem, er is geen twijfel meer over mogelijk. Daan is gehandicapt.

Uiteindelijk weet ik ook wel dat dit nodig is voor Daan. Hij moet gewoon goed leren lopen, heeft steun nodig en dit hoort erbij. Ik wist het al langer, maar zolang het niet werd gezegd, was het er niet.
Maar zoals een vriendin mij zei, nu zien de mensen aan Daan zijn schoenen, dat er iets met hem aan de hand is, anders zouden ze het niet aan zijn schoenen zien en hem misschien alleen een raar kind vinden. Zo is het eigenlijk maar net! Voor de buitenwereld is het meteen duidelijk en ik zal er gewoon aan moeten wennen.

Goed

Hoe gaat het nou met jou? galmt het uit de radio. Een simpel en vrolijk liedje dat ik uit volle borst meezing. Maar wat is nu eigenlijk het antwoord op de inmiddels zo bekende vraag. Dat zou ik nou weleens willen weten. Hoe gaat het eigenlijk met mij? Goed, is dan eigenlijk wel het eerste woord dat in me opkomt. Maar je hebt 'goed' en je hebt 'goed'. Een en hetzelfde woord, maar met twee totaal verschillende betekenissen. Afhankelijk van welke persoon dit woord als antwoord van mij krijgt, kan ik kiezen tussen goed1 en goed2.

Goed1 is voor mensen die door het stellen van deze vraag al duidelijk hebben gemaakt geen ander antwoord te willen horen dan 'goed'. Al het andere is onbelangrijk, niet interessant en vooral erg vermoeiend. Soms geef ik weleens per ongeluk het verkeerde antwoord. Daar word ik dan vrijwel meteen voor gestraft. Gezicht gaat op stand ongeïnteresseerd, er klinkt een niet hoorbare, maar wel zichtbare zucht en na mijn antwoord, komt het gesprek steevast op zichzelf uit. Hoe haalde ik het ook in mijn hoofd om iets anders dan 'goed1' te antwoorden? Daar zaten ze toch helemaal niet op te wachten? Hun leven en zorgen zijn altijd belangrijker dan die van een ander.

Goed2 daarentegen is voor mensen die mij een prettig gevoel van geInteresseerdheid geven. Zij stellen deze vraag eigenlijk meer als opening voor mij, omdat ze zien dat het allesbehalve goed gaat. De tweede vraag die ze dan ook vaak stellen is dan ook 'en hoe gaat het nu echt?' Ze laten me mijn verhaal vertellen, leven met me mee. Denken mee over een eventuele oplossing of bieden hun hulp aan daar waar mogelijk. Ze tonen begrip en medeleven. Niks is gek of raar, wij zijn net zo belangrijk als een ieder ander. Ze stellen zelfs na verloop van tijd dezelfde vraag nog eens.

Zo zie je maar dat een woord twee totaal verschillenden betekenissen kan hebben. Of ik goed1 of goed2 heb geantwoord, toen je mij deze vraag stelde, dat is iets wat alleen jij en ik weten. Maar het zal vast wel goed2 zijn geweest, want anders had je dit nu ook niet gelezen.

Klokzindelijk

Even had ik een gevoel van euforie. Eindelijk hadden we weer een vooruitgang geboekt en had Daan de wereld een poepie laten ruiken. Zou het dan toch? Na zes en een half jaar? Eindelijk een begin van klokzindelijkheid? Daan had al twee keer op de wc gepoept. Beide ochtenden had hij een volle nachtluier, maar beide keren geen ontlasting. Meestal heeft hij dat wel, dus ik besloot hem eens op de wc te zetten. Vlot poepte hij een flinke drol. Wat waren we trots op hem! Groot applaus, uitgebreid gecomplimenteerd en meneer glunderde zelf ook helemaal van trots. Aan iedereen die het maar wilde horen, werd het verteld. 'Ikke, dollie maakt.' Ook de volgende ochtend ging het weer op dezelfde manier. Er kwam een gevoel van hoop, blijdschap en trots. Zou dit dan het moment zijn dat eindelijk het kwartje was gevallen en hij het nut van een wc snapte? Vol goede moed zette ik hem dan ook de volgende ochtend op de wc, maar helaas de drol bleef niet. Daan wipte er vrijwel meteen weer vanaf. Na hem verplicht vijf minuten te hebben laten zitten, was de wc echter nog steeds zo leeg als dat hij was voor Daan erop werd gezet. Helaas, maar ik was niet voor een gat te vangen. Misschien dat hij 's middags wel moest poepen, maar ook toen leverde het geen gevulde toiletpot op. De volgende dag dan maar weer een nieuwe poging wagen. Maar ook toen kwam niet het zo gewenste resultaat.

Tien minuten later was dat resultaat er wel. In zijn droge luier! Meneer had er niets eens last van, lag op zijn gemak nog in ons bed televisie te kijken. Maar ik was nog niet helemaal ontmoedigd. Toen we echter Gijs naar school gingen brengen en ik ineens in de auto een stinkende poeplucht rook, wist ik dat het toeval was geweest die twee ochtenden. Voorlopig hier dus nog geen klokzindelijk kind. Misschien dat we maar eerst met het klok lezen moeten gaan beginnen...