Daan

vrijdag 26 november 2010

Vakantie

Drie zomervakanties geleden gingen we op vakantie. Juul was een blozende baby van drie maanden oud, Gijs was een zelfstandige kleuter van vier jaar en Daan was een energiek mannetje van bijna drie jaar oud. Aangezien we met een kleine baby zaten, hadden we besloten om dat jaar in Nederland te blijven. En blijven we in Nederland dan wordt het al gauw Zeeland, lekker bij het strand, kinderen die lekker kunnen spelen met water en zand en heerlijk uitwaaien. Net die ene week dat wij gingen was het natuurlijk naadje-petweer. Regelmatig viel het water met bakken uit de lucht. Op zich moet je vakantieplezier niet afhankelijk zijn van het weer, je moet er tenslotte zelf iets van maken. Maar met een vouwwagen en drie kleine kinderen was het toch wel makkelijker geweest als het weer wat had meegewerkt.

Daan kon sinds een maand of twee lopen en liep echt nog als een kind dat net loopt. Waggelend en wankelend. Buiten lagen de blubberplassen om de tien centimeter en na de derde natte,vieze broek, besloten we dat Daan maar binnen moest spelen. In die tijd praatte Daan nog helemaal niet, het enige wat hij deed was gillen. Hard gillen, veel gillen, hoog gillen. We werden er horendol van, maar wilden zijn plezier en vreugdemomenten niet afkappen en daardoor riepen we dus de hele dag 'klap maar in je handjes als je blij bent'.

Gijs wilde graag op het andere veldje gaan spelen, daar was namelijk wel een speeltuintje en bij ons veldje niet. Na heel vaak gezegd te hebben dat hij dat wel kon en ook mocht, ging hij dan eindelijk naar het speeltuintje toe. Binnen vijf minuten was hij terug. Het was er niet zo leuk, andere kinderen van het veldje waren er ook en keken hem raar aan. Negeerden hem en sloten hem buiten. De ouders van die kinderen bleven ook stug op hun campingstoel zitten, tilden hun boekje nog wat hoger op, zodat ze het toevalligerwijs niet zagen gebeuren. Gijs was verdrietig, want de andere kinderen hadden hem duidelijk gezegd dat hij niet mee mocht spelen. Hij was toch dat broertje van dat kind dat zo schreeuwde? Mijn hart brak, ik heb nog een poging gedaan om samen met hem naar het speeltuintje te gaan, maar daar wilde hij niks van weten. Dit soort momenten maken een wond in je hart die iedere keer weer pijn doet als je er aan denkt of erover praat.

Dit was echter niet het enige incident. Ook volwassenen kunnen ongenadig hard oordelen. Ik had gedouched en toen ik het toiletgebouw uitkwam, hoorde ik Daan alweer gillen. Nog voor ik naar ons veldje liep, hoorde ik een mevrouw zeggen "begint dat snotjong nou alweer? Wat een gegil en gekrijs, ik zou het wel weten als het er een van mij was". Twijfel bij mij, zou ik net doen alsof ik niks had gehoord of zou ik teruglopen. Ik koos het laatste. Heb die mevrouw even haarfijn uitgelegd waarom ons kind zo gilde, wat er aan de hand was, dat we er zoveel mogelijk rekening mee probeerden te houden, maar dat ons kind nu eenmaal niet kon praten en dit zijn enige manier van communiceren was. De mevrouw bood haar excuus aan met de woorden "maar je ziet toch niks aan hem" en daarmee was de kous af.

Het leed was echter al geleden, de wond in mijn hart was er nog dieper ingeslagen. Ik heb me groot gehouden en met opgeheven hoofd ben ik naar onze vouwwagen gelopen. Maar het verdriet, de pijn...ik kan ze nu weer voelen nu ik dit opschrijf. Uiteindelijk is Daan vier dagen eerder naar huis gegaan. Bart is op een donderdagavond laat richting huis gereden en heeft halverwege met zijn ouders afgesproken op een parkeerplaats langs de snelweg. Daar heeft hij ons kind aan zijn ouders overgedragen. Ik heb 's avonds gehuild, zoals ik al lang niet meer had gehuild. Ons gezin was niet compleet, ons vakantiegevoel was weg. Voor Gijs hebben we er nog een paar leuke dagen van proberen te maken, maar het bleven dagen met een wrange nasmaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten