Daan

maandag 31 januari 2011

Tropenjaren

Twee weken geleden werd ons kleinste meisje een jaar. Een bijzondere leeftijd, ze zeggen dat de tropenjaren dan voorbij zijn. Een klein beetje kan ik me dat wel voorstellen, Pleun hoeft niet meer om de drie uur te eten, wordt 's nachts niet meer wakker voor een nachtvoeding, we zitten niet meer gebonden aan babyslaapjes en als we ergens naar toe gaan, hoeven we niet een complete babyuitzet mee te sjouwen. Natuurlijk zijn de tropenjaren niet ineens voorbij, als je een jaar wordt ben je namelijk niet van de ene op de andere dag een zelfstandigere dreumes. Dat gaat geleidelijk aan.

Toch denk ik niet dat onze tropenjaren snel voorbij zijn, als ze ooit al helemaal voorbij gaan. Het is flink aanpoten met vier kinderen, waarvan er drie nog redelijk bewerkelijk zijn. De zelfstandigheid die je kinderen leren naarmate ze ouder worden, is bij Daan niet tot nauwelijks aanwezig. Als hij al dingen leert die het voor ons iets makkelijker zouden maken, dan is hij wel zo kundig om er toch weer een andere draai aan te geven, zodat het toch weer meer tijd kost dan wenselijk is.

Juul is een koppige peuter, waarschijnlijk is zij de inspiratiebron geweest voor degene die het woord peuterpuberteit heeft bedacht. En ondanks dat ze zo koppig, eigenwijs en volhoudend is, is ze ook een zelfstandig peuterig pubertje. Soms wel iets te zelfstandig, ze is tenslotten pas twee.

Pleun is een  sinds een dag een officiële dreumes en ook zij heeft nu al een eigen willetje. Ze laat zich goed horen of mept van zich af, als een van de andere weer eens teveel bovenop haar zitten.

 Daar waar het bij Daan zoveel tijd en energie kost, lijkt het bij de andere drie zo soepeltjes en allemaal vanzelf te gaan. Gijs was  net geen vier toen hij zelf naar beneden ging, een boterhammetje smeerde en wat drinken pakte. We hadden dit wel klaar gezet de avond van te voren en naderhand moesten we dan de geknoeide en zelf opgeruimde melk wel opdweilen, maar hij deed het toch mooi zelf.

Op zich niks verkeerd met wat eerdere zelfstandigheid, maar het is niet altijd een bewuste keuze van ons geweest. Kinderen moeten kind kunnen zijn en vooral zolang mogelijk kind kunnen blijven, maar dat laat niet altijd iedere situatie toe. Als ik Gijs en Daan 's morgens naar school ga brengen, dan is Daan toch echt degene die aan mijn hand de weg oversteekt. Die naast mij loopt of de kinderwagen mee duwt en Juul loopt naast Gijs, steekt samen met hem over, weet dat ik in de klas van Gijs ben en komt daar ook naar toe als ze nog even in de poppenhoek wil spelen. Voor buitenstaanders ongetwijfeld een vreemd gezicht. Een lange slungelige kleuter wiens mama zijn hand in een ijzeren greep houdt en een klein peutertje dat voorop loopt en even alleen op de gang speelt.

Meestal kan ik daar boven staan, maar vaak genoeg maakt het me ook onzeker. Ik weet wel waarom ik het doe, weet echt wel wat het beste is voor onze kinderen, maar soms dan voel je mensen gewoon dingen denken. Gelukkig hebben we geleerd om goed te relativeren en vaak is het in de auto naar huis al weer over en maakt het me allemaal niks uit wat mensen van ons vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten