Daan

donderdag 24 april 2014

What's in a name?

Vanwege haar ongelukkige val van de glijbaan, met als resultaat een gebroken sleutelbeen, moest Pleun vandaag op controle komen. Bij een dokter met een wel heel erg opmerkelijke naam. Toen ik de afspraak met de secretaresse maakte, benadrukte de mevrouw nog even duidelijk de klemtoon, alsof er niks geks aan de naam was. Waarschijnlijk omdat ze erg duidelijke instructies van haar baas had gehad. Ze maakte een 'korte o' en een 'korte a' en de 'u' werd uitgesproken als 'e'. Schot-tan-nes. Niks aan de hand zou je zeggen, maar ondanks haar vergeefse moeite om het zo normaal mogelijk te laten klinken, kon ik een brede grijns op mijn gezicht niet onderdrukken. Schooootaaaanus. Ik voelde een blog naar boven 'ploppen'.

's Avonds vertelde ik het tegen manlief. Vol ongeloof keek hij me aan. Huh? Echt? Serieus? Meen je dat nou? Het leek wel alsof  we onze eigen 'overstapweken' commercial aan het opnemen waren. Samen moesten we er enorm om lachen. Zelfs Gijs snapte het lolletje van de achternaam. Tegelijkertijd vond ik het ook wel een beetje zielig voor de dokter in kwestie. Hij had er toch ook niet voor gekozen. Maar als je dan gaat bedenken hoe achternamen zijn ontstaan. Dan zou ik toch liever Hendriks hebben geheten, omdat mijn voorvader toevallig Hendrik heette. Of van Rijn, omdat we dichtbij de rivier de Rijn woonden. Maar misschien had de voorvader van deze dokter wel een duidelijk kenmerk of eigenschap of een speciaal beroep en kreeg hij zodoende een eigenschaps-of beroepsnaam toebedeeld. Dat je daarmee mooi klaar kunt zijn, en al je nakomelingen ook, was wel duidelijk door deze achternaam.

Persoonlijk zou ik er dan voor hebben gekozen om mijn achternaam te veranderen. Of een beroep te kiezen waarbij je achternaam wat minder op zou vallen of wat minder te sprake zou komen. Ik zou niet voor dokter zijn gegaan. Of advocaat of telefoniste of zo. Maar goed, misschien had de dokter er wel niet zo'n last van en was hij er inmiddels aan gewend. Als kind zijnde vond ik mijn achternaam ook altijd vreselijk raar klinken. Waarom weet ik niet, want het was toch duidelijk dat mijn voorvaders in de buurt van Heesch hebben gewoond. Maar het klonk altijd zo stom en dan vond ik ook nog eens dat ik een stomme stem had. Stom en stom bij elkaar, is reuze stom. Ik was dan ook altijd heel blij als alleen mijn voornaam werd opgenoemd en niet ook nog eens mijn achternaam erbij. Maar goed, toen kende ik deze achternaam nog niet, want dan had ik van Heesch vast minder stom gevonden.

We hebben veel gelachen en gepraat over de achternaam en uiteindelijk was de dag aangebroken waarop ik een beeld kon vormen bij de betreffende achternaam. Bij de poli hing een naamplaatje en de naam stond er echt bij. Dokter Schotanus. De naam werd zelfs op een televisiescherm getoond met daarbij de wachttijd voor deze dokter. Iedere minuut kwam de naam weer voorbij. Ik moest iedere keer lachen, want mijn fantasie nam een loopje met me. Het zou vast een arrogante dokter zijn, die autoritair aan zijn bureau zou gaan zitten typen. Vragend naar het herstel, maar eigenlijk niet luisterend, want zijn conclusie had hij al klaar, nog voor ik met Pleun in de spreekkamer plaats mocht nemen. Misschien liep hij wel een beetje moeilijk. Je kunt je billen namelijk beter bij elkaar knijpen dan je schoot. Toch?  En als hij een wind zou laten, zou zijn witte doktersjas dan bruin kleuren? Het ene binnenpretje na het andere kwam naar boven en ik grinnikte in mezelf. 

Pleun werd geroepen en we mochten alvast in het spreekkamertje gaan zitten. De dokter kwam er zo aan. Ik sprak mezelf streng toe. Ik zou er niet meer aan denken. Ik zou niet gaan lachen, dit was een serieuze zaak. Terwijl Pleun bezig was haar shirt uit te trekken, kwam de dokter binnen. Hopelijk keek ik niet al te verbaasd. Het was namelijk een vrouwelijke dokter en als ik haar leeftijd een beetje kon schatten ook nog eentje in opleiding. Enigszins opgelucht gaf ik haar een hand. Het zou vast allemaal nog goed kunnen komen met die achternaam. Als ze zou trouwen, zou ze altijd nog de naam van haar partner aan kunnen nemen. Dan moest dat natuurlijk wel een beetje een schappelijke naam zijn, want De Bruine-Schotanus roept natuurlijk ook weer de nodige gedachtes op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten