Daan

zaterdag 20 juli 2013

Kwispel

Dertien jaar oud is ie. Ons opaatje, onze stinkerd. Piemeltje.Pukkel of Pukkie, hij luistert naar alledrie de koosnaampjes, maar eigenlijk heet hij gewoon Kwispel. Hij laat scheten zonder blikken of blozen. Gewoon knetterhard. En ze stinken gelukkig maar een heel klein beetje veel. Zelfs hij vindt ze stinken. Zo erg dat hij er een rondje van gaat lopen. Hij snurkt, alsof zijn leven er vanaf hangt. Hele bomen worden omgezaagd. Het liefste op onze bank. Dat ligt toch wel het lekkerste. En wij maar denken dat hij daar nooit meer op kwam. Toen ik hem namelijk eens uitnodigde om bij me te komen liggen, maakte ie een raar huppeltje en kwam toen niet meer dan maar liefst 5 cm van de grond. Hij heeft het een paar keer geprobeerd, maar gaf het op, toen ik hem wilde helpen. Nee, dan hield hij de eer aan zichzelf en hij droop af richting mand. Groot was dan ook onze verbazing toen hij de volgende morgen, zich van de bank af liet glijden, toen hij ons naar beneden hoorde komen. Inmiddels weten we dat het hem de nodige moeite kost, maar ja, als je gedurende een dag niks anders te doen hebt, dan poepscheppen en bakjes plunderen, dan maakt dat ook niet zoveel uit. 

Ondanks zijn dertien jaar, lijken er steeds meer streken bij te komen. Zo vond ik dat onze katten wel erg veel brokjes aten. Had ik het bakje pas bijgevuld of het was al weer leeg. Ik snapte er niks van. De bakjes met brokjes stonden halverwege de trap en niet op de grond, zodat Kwispel er niet bij kon.Tot we 's avonds in bed lagen en een hoop gestommel hoorden. We hebben met zijn tweeën muisstil staan kijken hoe onze hond zijn lange lijf met zijn stramme pootjes de trap op hees. We durfden niet eens adem te halen, bang als we waren dat hij ons zou horen en van de trap naar beneden zou vallen. Toen de brokjes op waren, moest meneer zijn lange lijf zien te draaien op de trap. Dat is best lastig als je lijf net zo lang is als de trap breed is. Vroeger loste hij dat op door helemaal naar boven te lopen. op de overloop maakte hij dan zijn draai en zo ging hij met zijn neus naar beneden de trap weer af. Maar op dertienjarige leeftijd een hele trap beklimmen, is zelfs voor Kwispel een beetje teveel van het goede. Dus draaide hij zijn 'slanke' en lenige lijf, hij trok zijn staart iets in en kon toen net draaien op de trap. Om vervolgens met een halve buikschuiver beneden te eindigen. Dat had hij er blijkbaar voor over gehad, want hij likte nog eens langs zijn lippen toen hij op stond.

Zo heeft hij nog veel meer streken. Er gaat een wereld voor ons open met een basset op leeftijd. Hoe ouder, hoe gekker zeggen ze weleens. In dit geval kunnen we gekker vervangen door creatiever. Zo is hij inmiddels een expert in poepscheppen. Heeft ie nooit gedaan, maar ineens lijkt zijn neus overuren te draaien. En wij ons maar afvragen waarom er zo weinig op de bak werd gepoept. Tot we ineens een vreemd geschuif hoorden en meneer met zijn kop vast zat tussen het  dichtgeklapte luikje van de kattenbak. Dus moet de kattenbak iedere avond omhoog gezet worden. Inmiddels moet ook de luieremmer waar we Daan zijn luiers in gooien omhoog. Anders gooit hij die om en scheurt de luiers in tig stukjes. Iets waarmee hij ons ook al een paar keer heeft verrast. Als ik weer eens in zo'n sneeuwbui de bijkeuken binnen stap, ben ik alleen maar heel blij dat we de poepluiers meteen in de kliko gooien.

Vindingrijk is hij ook. Op een mooie zaterdag besloot Bart om het kattenluikje maar eens in de muur te gaan zetten. Hij hakte een mooi gat en zette het luik erin. Onze katten waren in hun nopjes en ik niet minder. Eindelijk mocht ik weer op de bank zitten en kon ik mijn baan als portier van de achterdeur opzeggen. Toen we op een zondag, na een dagje weg, thuis kwamen, zagen we het kattenluik helemaal scheef uit de muur hangen. Onze hond lag, zich van geen kwaad bewust, in zijn mand te snurken. De buren hebben hem uiteindelijk verraden. Zij hoorden die dag regelmatig een luide blaf. Anders dan anders. Het leek wel alsof het van buiten kwam. Nadat ze over de schutting hadden gekeken, wisten ze hoe dat kwam. Daar hing ie dan. Met zijn  grote kop door een kattenluikje. De rest van zijn lijf paste niet door de opening, alleen zijn kop. Blaffend dat hij naar buiten wilde, keek hij naar de buren en besloot toen dat het beter was om zijn kop weer in te trekken. Alleen was hij zijn dikke nek vergeten en zodoende trok hij het hele kattenluik, met pluggen en al, mee uit de muur.

Onze Kwispel, alweer dertien jaar. Hij hijst zijn goddelijke lijf met steeds meer moeite omhoog, kan nog net een blokje om mee wandelen. Heen ligt het tempo nog redelijk op niveau, maar als we terug gaan, protesteert hij door middel van een uiterst langzaam geslof. Hij wil eigenlijk nog verder, maar wij weten dat zijn lijf dat niet meer kan.
Wat zou hij nog graag een lange wandeling in het bos willen maken. Die goede, oude tijd. Ik pink regelmatig een traantje weg, want we weten dat het langzaamaan op zijn einde begint te lopen. Hoelang houdt hij het op de pijnstillers die hij nu krijgt nog vol? 


Ons opaatje, onze piemel, pukkel, pukkie, maar bovenal onze Kwispel. Ons maatje, onze knuffel. Onze goedzak, altijd zijn staart kwispelend in de lucht, hij moet tenslotte zijn naam wel eer aan doen. Een prachtig beest, een geweldige hond. Voorlopig genieten we nog van hem en zijn ouderdomsstreken. Je bent tenslotte zo jong als je je zelf voelt en Kwispel voelt zich nog steeds een pup.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten