Daan

zondag 11 augustus 2013

Jarige auto

We zitten in de auto, onderweg naar huis. Vier vermoeide kindjes achterin. Stilletjes naar buiten kijkend of slapend. Zelfs Daan is stil in de auto, dus dat betekent dat hij erg moe is, want anders kletst hij honderduit. Hij is dan eigenlijk onze gids en vertelt ons wat er onderweg allemaal te zien is. Op zich kan dit erg leuk zijn, maar jammer genoeg is het alleen erg vermoeiend. Daan benoemt namelijk alles wat hij ziet, vertelt dit een keer of zeven en vraag daarbij steeds bevestiging aan een persoon. Bijvoorbeeld papa. Als papa heeft bevestigt dat hij de vrachtwagen ook heeft gezien, begint de riedel opnieuw en deze keer moet ik het bevestigen. Mochten we denken dat het dan klaar is, we hebben ook nog drie andere kinderen. Dus tegenwoordig wordt Daan al heel snel afgekapt met de zin 'ja Daan, we hebben ALLEMAAL de vrachtwagen gezien'.  Tot een of andere slimmerik in de auto opmerkzaam zegt 'ik heb de vrachtwagen niet gezien hoor.' Maar inmiddels is Daan alweer bij de koe die hij een kilometer geleden in de wei had zien staan.

Deze keer is het stil in de auto. Wat een rust en we rijden dan ook relaxed naar huis. Bart vraagt zich af hoelang we deze auto hebben. En we beginnen terug te denken en te rekenen. We komen tot de conclusie dat het twee jaar is geworden dat we de auto hebben. Oh, zegt Gijs hardop denkend achterin, dan is de auto dus twee jaar geworden. Gefeliciteerd auto. Tja, zo kun je het ook bekijken. Er wordt er nog een wakker achterin. En dan wakker niet in de zin van slapen en wakker worden. Deze was al wakker, maar zat stilletjes naar buiten te kijken. Tot hij gefeliciteerd hoorde. 'Wie is jaajig?' vraagt Daan. De auto, zegt Gijs. Daan klapt enthousiast in zijn handen. 'Joehoe, isse feest.' Bart en ik kijken elkaar aan. Wat moeten we hier nu weer mee? Maar we lachen erom en besluiten dan maar even 'lang zal hij leven' voor de auto te zingen. Er wordt luidkeels meegezongen. Zo, dan is het nu klaar.....

'Wie isse nu jaajig?' vraagt Daan. Niemand Daan. 'Uhm,misschien oma Ans?' probeert Daan nog. Nee Daan, er is niemand jarig. 'Opa Wil?' probeert Daan nog een keer. Nee Daan, er is niemand jarig. Het is geen feest. Klaar. Het is even stil. 'Jawal, zegt Daan, isse wel iemand jaajig. Auto is jaajig.' Ik zucht, Bart rijdt door alsof hij niks gehoord heeft. Oke, de auto is jarig, Daan. Net op dat moment rijden we de straat in en kan ik hem afleiden door te zeggen dat we thuis zijn. Eenmaal thuis is hij het hele gebeuren vergeten en ik ben blij dat we geen taart hoeven te halen of friet gaan eten, want volgens Daan hoort dat bij een verjaardag. 

We zijn een paar dagen verder. Er is alweer veel gebeurd. Daan is gaan logeren bij opa en oma, hij is ook al een dagje op de boerderij geweest en wij hadden die middag een kinderfeestje. De volgende ochtend maakt Daan me wakker en terwijl ik hem verschoon, vraagt hij 'isse nu feestje?' Ik kijk hem vragend aan. Dat feestje hebben we gisteren al gehad en daar weet hij niks van, want daarover hebben we hem niks verteld, omdat hij het anders allemaal niet snapt. Dus ik begrijp niet hoe hij nu ineens over een feestje kan beginnen. Daan wacht mijn antwoord niet af, maar gaat gewoon door. 'Ja, isse nu feestje. Van auto, die is jaajig. Joepie.'
 Dat wordt dan toch taart en friet, vrees ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten