Daan

donderdag 16 april 2015

Bootje varen

Ik zit in mijn bootje. Midden op de zee. Ik vaar naar een van de eilandjes die ik om me heen zie liggen. Terwijl ik langzaam vooruit peddel, zie ik een eindje van me vandaan nog iemand in een bootje peddelen. We zwaaien naar elkaar. Als ik iets dichterbij kom, zie ik dat het Bart is, die in zijn roeibootje onderweg is naar een ander eilandje. We zeggen elkaar gedag en peddelen nu op volle snelheid naar onze eilandjes. Nog voor ik bij mijn eilandje aan ben gekomen, zie ik dat er op een ander eilandje een overstroming is geweest en draai ik vlug om, om te kijken of er op dat ene eilandje nog iets te redden valt. Ook Bart peddelt heen en weer van het ene na het andere eilandje. We besluiten om te wisselen van eilandjes en van boot. Ik wil namelijk ook weleens naar het eilandje met die mooie, maar onstuimige watervallen en die vulkaan die continue op uitbarsten staat of naar het eilandje waar het heerlijk rustig is. En hij wil ook graag eens naar het eiland met zijn grillige vormen, maar met zijn prachtige natuur of naar het eiland waar je vanzelf moet lachen om alle grappige dieren die er wonen.

Vier eilandjes, twee mensen ieder in hun eigen bootje. Op de eilanden zijn er geen bootjes. Wel zijn er prachtige kenmerken welke zo typerend zijn voor elk eiland. Geen van de vier eilanden is hetzelfde, ook al lijken sommige wel een beetje op elkaar. Ik zou dolgraag samen met Bart in een bootje willen zitten, maar vaak is het praktischer om ieder in ons eigen bootje naar de verschillende eilandjes te varen. De keren dat we met zijn tweeën op een bootje zitten, zijn er jammer genoeg veel te weinig. Hoe graag we dit beide ook anders willen zien, het is op dit moment bijna niet te realiseren. Dus peddelen we stug heen en weer tussen de eilandjes. Soms zijn er dagen dat ik alle vier de eilandjes wel tig keer heb bezocht, omdat Bart zijn bootje lek was of hij het even te druk had met andere zaken dan het roeien. Evengoed zijn er ook dagen waarop ik bijna niet op de eilandjes ben geweest, omdat ik teveel spierpijn had en niet vooruit kwam met roeien. Op zulke momenten hijst Bart zijn zeil en zet zo even alle zeilen bij.

Zo lossen we elkaar af of vullen we elkaar aan. Zo weet Bart te vertellen dat als de vulkaan op het ene eilandje uitbarst, je dit het beste kan negeren, dan is de lava het snelste weg. Ik wijs hem er op dat er op het rustige eilandje teveel rust heerst en dat we er op moeten letten dat op dit eilandje niet alles kapot gaat. Het oogt er wel erg rustig, maar schijnt bedriegt zeggen ze tenslotte. Soms ben ik wat langer op het ene eilandje, dan op het andere. Dat eilandje vraagt samen met nog een eilandje ook net wat meer zorg. Uit schuldgevoel peddel ik dan vaak wat harder naar de andere eilandjes en probeer ook daar wat langer te blijven. 

Ondertussen probeer ik te genieten van al het prachtigs dat de eilandjes me laten zien. Maar als ik dan weer eens over een woeste zee vaar en met moeite mijn bootje recht weet te houden, het water steeds vaker over de rand heen klotst en ik vrees voor het kapseizen van mijn bootje. Op zulke momenten verlang ik toch wel heel erg naar een rustige gladde zee waar we heerlijk met zijn allen in een bootje rond dobberen. Waar we allemaal aanmeren op hetzelfde eiland en besluiten om vanaf nu voortaan nog maar op een eiland te blijven en een boot te houden. Een boot welke we nodig hebben om met zijn allen op ontdekking te gaan naar andere eilandjes welke we nog niet hebben gevonden.

1 opmerking: