Daan

vrijdag 20 december 2013

Kerstboom

Ieder jaar is het weer zover. De man met de lange baard is net het land uit en het huis mag weer opgetuigd worden voor het volgende feest. Kerstmis. Daar hoort natuurlijk ook een boom bij. En daarmee begint ook de discussie, het gemopper en gezucht en de lichtelijke irritatie. Manlief en ik verschillen namelijk duidelijk van mening hoe deze boom eruit moet zien. Jaren geleden gingen we nog samen naar een tuincentrum, daar ligt al het eerste punt van discussie. Een mooie nepperd zou namelijk ook niet misstaan en dat scheelt erg veel naalden, die je in de zomer vaak nog terug vindt tussen de kussens van de bank. Nee, de geur van een echte is erg belangrijk.

Maar goed, we gingen toen nog samen. Om vervolgens samen ruzie te gaan staan maken over een boom. Het begon altijd met wat gezucht. Nee, te groot. Nee, te klein. Vreemde vorm, prikt teveel. Het eindigde altijd met boze gezichten naar elkaar en medewerkers die zich discreet terug trokken, totdat wij klaar waren met ruzie maken. Om de eer aan onszelf te houden, werd dit klusje, toen er kinderen kwamen, benoemd tot vader-kindtaak.

Ook dit jaar moest er weer een boom komen. Gelukkig hadden we eerst nog een feest, zodat de boom niet meteen het weekend na Sinterklaas al in huis stond en ik na een week al de naalden overal voelde prikken, mijn stofzuiger al vreemde geluiden begon te maken en de kerstballen door de slappe takken al een paar centimeters naar beneden waren gezakt. Maar dit jaar werd de boom dus twee weken later gezet. Manlief zou er eentje uit gaan zoeken, de lichtjes er in doen en ik zou hem verder aankleden. Eitje, zou je zeggen.

Trots kwam hij op een avond thuis, Daan hobbelde er zo mogelijk nog enthousiaster achter aan. Het is lente, riep hij, kijk es een kersboom. En wat vind je er van? Valt toch wel mee, qua grootte, vroeg manlief. Op mijn vraag of hij de ballen aan het netje, wat om de boom heen zit, ging hangen, kreeg ik al de eerste zuchtende reactie. Toen het netje er af was, zag ik pas hoe enorm hij in het echt was. Samen met manlief zou ik hem wel even in een mand zette, maar de naalden prikten in mijn handen en armen en binnen tien tellen stond ik vol met rode vlekken. Dat kon er ook nog wel bij. Een reusachtige prikboom. De boom was prachtig, mooi model, lekker vol, geen kale takken. Hij zou het beste tot zijn recht komen als hij vrij in een ruimte kon staan. Jullie raden het al, die ruimte was er bij ons niet. Onze boom moet in een hoek staan, tussen de bank en de stoel. Maar het zou allemaal goed komen.

Manlief zou de boom neerzetten, voorzien van lichtjes terwijl ik ondertussen al mopperend op de boom en de keus van manlief de kerstspullen naar beneden sjouwde. Beneden aangekomen was de bank een halve meter verschoven, de stoel stond een heel stuk opzij en de boom stond opgepropt in een hoekje. De bank kon niet verder opgeschoven worden, dus een deel van de takken hing over de bank heen, maar dat was gelukkig de kant van manlief. Het begon te borrelen en ik werd bozer en bozer. Stomme boom, als je maar weet dat hij 1 januari eruit gaat. En als we een nieuwe stofzuiger moeten kopen dan is dat jouw schuld. Maar hij kwam toch niet tot het plafond? Dus het viel best mee qua grootte, aldus manlief. Dat scheelde inderdaad nog zo'n tien centimeter tot hij het plafond raakte. We hadden ook weleens een boom gehad die klem stond tussen grond en plafond.

De volgende dag zou ik de boom verder versieren. Bij de eerste bal die ik er hing, prikte de naalden in mijn armen en buik en de jeuk sloeg toe. Ik voelde de irritatie van de avond ervoor weer opborrelen, maar ik ging stug door. Maar het geprik werd erger, naarmate ik de boom hogerop wilde versieren. Dus ik pleegde het eerst telefoontje richting manlief. Waar liggen je rubberen handschoenen? vroeg ik niet bepaald lieflijk. Maar met rubberen handschoenen aan, kun je geen kerstbalhaakjes aan je ballen doen. De volgende bal die ik erin wilde hangen, was de fatale kerstbal. De boom viel om. Richting mij en als in een reflex probeerde ik hem ook nog op te vangen. Het eerste gevloek was een feit. Na twee pogingen om de boom rechtop te hijsen, wat niet lukte, lag de boom zielig op de grond. Het tweede telefoontje richting manlief werd gepleegd. Waar ligt jouw touw? Na niet bepaald vriendelijk uitgelegd te hebben waarvoor ik touw nodig had, kwam manlief met het antwoord. Oh, dat touw ligt in mijn auto. Hij bedoelde van dat oranje touw, waar je spullen op een aanhanger mee vastbindt. Ik bedoelde een bolletje sisaltouw. Nee, dat hadden we niet. Einde gesprek.

Laatste poging om de boom omhoog te krijgen. Ik zou hem wat schuiner zetten, zodat hij in de hoek bleef hangen. Zo gezegd, zo gedaan. Boom omhoog gesjord, mand wat onderuit getrokken, boom scheef in de hoek gezet en hij bleef staan. Vanaf een afstandje bekeek ik al krabbend het resultaat. Erg mooi en tijdschriftachtig was het niet, maar goed hij stond. Ik had het nog niet gedacht of er kwam beweging in de boom. Voor de derde keer lag er een enorme boom in onze kamer. Compleet met ballen en lichtjes. En voor de derde keer belde ik met manlief. Briesend vroeg ik hem waar zijn zaag lag. Helaas voor hem, vroeg hij ook nog waarvoor ik die nodig had. Dat was de druppel, die stomme @$%**$# boom van jou!! Ik heb gemerkt dat je van boosheid erg sterk wordt. Middenin de woonkamer zaagde ik alsof mijn leven er vanaf hing. Eerst de buitenste ring van takken eraf, anders kon ik de stam niet vinden. Daarna zaagde ik de kluit en een halve meter van de stam eraf. Ik sleepte de mand met kluit door het huis naar buiten. Dat het een puinhoop werd, maakte me op dat moment niet uit.

Zo!! Nu hadden we een kleine, dikke boom die op een tafeltje in de hoek paste. De bank kon terug op zijn plek, de stoel kon blijven staan. Maria en Jozef hadden ineens een vrij uitzicht en hoefde niet meer terug getrokken te leven een een bos vol kerstboomtakken. Hun stal kon gewoon op een tafeltje voor de boom staan. Maar het mooiste was toch wel, dat manlief bij thuiskomst toe gaf dat de boom inderdaad een beetje aan de grote kant was en dat het er nu ietsje beter uit zag. Of hij dat zei omdat hij het echt zo vond of om de vrede te bewaren, laat ik maar even in het midden.

1 opmerking:

  1. Poef...wat een gedoe! Gelukkig waren wij het al snel met elkaar eens: er komt een kunstboom! Die staat inmiddels voor , ik denk, het 20e jaar te staan én ziet er nog altijd mooi uit. Niet slecht, al zeg ik het zelf....

    BeantwoordenVerwijderen